Wieler Toer Club De Hellen

Inlogformulier

Korte meerdaagsen

2008: Dolomieten fietsweek


Door: Theo van Daal
 
7 juni 2008
 

Soms zit het mee, ... en soms zit het tegen ....

Dolomietenfietsweek 2008_14Tijdens de fietsweek in de Dolomieten heb ik een aantal Hellenrijders wat beter leren kennen. Misschien herkent u hen ook een beetje in de onderstaande beschrijvingen, of leert u hen van een andere kant kennen. •Ad neemt zich met mij steeds voor om de Fedaia nog te gaan beklimmen als het weer het toelaat. Het weer heeft het helaas niet toegelaten.
John wordt een klein beetje stiller als hij per ongeluk benzine in zijn Vito tankt
Piet D laat zich niet gek maken. Hoe ouder hij wordt, hoe beter hij gaat klimmen. Dit blijkt na de beklimming van de Pordoi uit zijn antwoord op de vraag of het zeer doet: “Ja,….zeven minuten sneller dan gisteren.”
Jan zegt: “Goed kahwwuh jongens” en rijdt nog een keer de Pordoi op in de regen onder het motto “Ik ben toch al nat”
Johan durft niet af te dalen. Daarom haakt hij op de zeer steile klim naar de Tre Cime af. Hij keert onderaan al om. Hij wacht uren op ons op een punt in het parcours waar we nooit meer terugkomen. Als hij besluit om zelf vast terug te keren naar de auto’s daalt hij negentien kilometer de verkeerde kant op en moet met de auto van de weg geplukt worden.
Piet van T krijgt gelijk de eerste dag de hongerklop, maar herstelt de dagen erna op wonderbaarlijke wijze.
Marius (of Mario) gebruikt zijn kennis van het Italiaans goed. Hij zegt één keer “Chiao bella” tegen de Braziliaanse schone achter de bar en heeft vervolgens de hele week sjans. Zijn klimkwaliteiten lijden er wel onder.
Jacques de nestor ven het stel is misschien wel de beste daler.
Piet K wijst ons steeds de goede weg. Als hij zegt dat hij Jacques en Piet D wil dopen, omdat ze voor het eerst een echte berg hebben beklommen, komt zijn ware sado-masochistische aard naar boven. Hij pakt een zweep en slaat de kersverse berggeiten tegen hun achterwerk.
Paul vraagt zich af hoe het komt dat aan de tafel, waaraan hij ontbijt, iedere dag minder mensen komen zitten.
Huib lacht de hele klim, maar hoeft na vier dagen niet meer.
Raymond verzoekt de goden door, na in overwegend droog weer het Sellarondje te hebben gereden, de Falzarego te gaan beklimmen. De goden verhoren zijn verzoek en zegenen hem door en door.
Hans zegt niet veel, maar laat bergop zijn benen spreken.
Ikzelf fiets me het zuur in de benen door een gebrek aan training.
  Zo zag mijn week er ongeveer uit:

Zaterdag: (Heenreis)
Op de heenreis rijd ik met Piet K mee. Gunstig, want hij is al meerdere keren in de Dolomieten geweest en kent dus de weg. We komen na een rustige reis met allerlei verhalen over fietsen en voetballen als één na laatste aan in Arraba.
Zondag: (San Peligrino, Valles)
Het eerste stuk afdalen van de San Peligrino is zeer steil. Rond de 70 km/u ging mijn fiets “shimmy-en”. Ik ben me echt helemaal rot geschrokken. Verder heb ik me erg rustig gehouden. De eerste dag kon ik beter mijn ongetrainde lijf nog wat rust gunnen.
Maandag: (Duran, Staulanza, Eerste stuk van de Falzarego naar Arraba)
Ha! Als tweede boven op de Duran, na Hans. Aan het eind van de tocht gingen de kilometers wel wegen. Frustrerend, als je op vier kilometer voor het einde je snelheid bekijkt en concludeert dat het nog een half uur rijden is. En het was niet meer dan vals plat!... Ik zat hartstikke dood.
Dinsdag: (Tre Crochi, Tre Cime)
Ik neem me voor om alleen de twee genoemde klimmen te doen en dus geen lange afstand te rijden. Morgen is immers de koninginnerit. De laatste vier kilometer van de Tre Cime zijn zeer steil. Ik ben als eerste boven! Hans zat nog voor me, maar sloeg een paar honderd meter onder de top af richting restaurant. Honger?
Op de terugweg raak ik in onoverzichtelijke bochten de aansluiting met de groep kwijt.
Nog een keer via Tre Crochi op en neer naar Auronzo met de auto om een verdwaalde Johan te zoeken.
Woensdag: (Passo Giau, Passo Falzarego, Passo Valparola (afdaling in de stromende regen), Passo Campolongo)
Het weer was aan het begin van de dag perfect. De beklimming van Giau is een echte aanrader voor wat betreft het uizicht. Later hebben we door de regen het rondje ingekort. Toch heerlijk gefietst.
Donderdag: (Passo Pordoi, Autotripje over de Duran en de Staulanza)
Regen
Vrijdag: (Passo Pordoi, Passo Sella, Passo Gardena, Passo Campolongo)
Dit heet het Sellarondje. Prachtige afsluiting van een fantastische week.
Zaterdag: (Terugreis)

Op de terugreis rijd ik met John, Ad en Johan mee. De perfecte reisgenoten, want:

* John weet uit ervaring welke slang hij moet pakken om diesel te tanken
* Johan hoeft de weg niet te wijzen, omdat er navigatie in de auto zit
* Ad wil misschien na afloop de Fedaia nog mee beklimmen (als het weer goed is)
up
StartVorige1234567VolgendeEinde