Uit de oude doos
Gerard Vissers, Christian Uhlich, Gert-Jan Mols, Noud Bertens, Peter Flipsen, Jack van Amelsfort, Ton van Breugel, Hans Priems, Ad van der Sluijs en Gerrit van Heeswijk. |
De geruststellende mededeling dat het er nog ca 20 zouden zijn stelde hem enigszins gerust, maar toen het er meer dan 40 bleken te zijn heeft hij mijn aanwijzingen omtrent lengte van een tocht jarenlang niet meer geloofd. Hij kan er nog om vloeken (nu met een lach erachter). De deelnemers van de Midzomertocht naar Twente weten het nog wel: we zaten in een café in Nijverdal naar de TV te kijken (zij tenminste, want ik las de krant) en genoten van de finale, vooral toen bleek dat Nederland gewonnen had. Die vreugde was algemeen zo bleek enkele kilometers verder: in Vriezenveen was de bevolking uitgelopen om op straat een feestje te vieren en juist op dat ogenblik passeerden wij het dorp. Temidden van de uitgelaten bevolking greep onze voorzitter (Noud Bertens) van een van de feestvierders het glas bier vast dat hij aangereikt kreeg en klapte meteen daarna tegen de grond, wat nog meer hilariteit opwekte. De bevolking jonaste onze volgwagen wat voor de bestuurder (Jack van Amelsfort) enkele zenuwachtige momenten betekende. In Zuid-Limburg genoten we van de gastvrijheid van een wel zeer strenge gastvrouw die via korte commando’s de theedrinkers bij de theedrinkers zette en de koffie-drinkers bij de koffiedrinkers. Je mocht daar bijna niets en toch was het gezellig. In Walcheren genoten we van de kracht van enkele leden (o.a. Hans de Brouwer) toen we na het vertrek op zondagmorgen tegen de wind en regen in de Westkapelse zeedijk voor de wielen kregen. Na een zeer stille avond in de jeugdherberg waar Walter van Baast zijn clubshirt ophing tussen allerlei andere shirts en relikwieën (uiteraard na eerst versierd te zijn door enkele smeuïge teksten van o.a. Ad Kas en Reinier Kole) en waar de stilte van het dorp Serooskerke te voelen was na een wandeling die liet zien dat daar de TV nog niet was doorgedrongen en de mensen nog onbezoedeld waren. Op het moment dat dit stukje geschreven werd, was nog niet bekend hoe de tweedaagse naar Kevelaer verlopen was, maar duidelijk moge zijn dat er veel moet gebeuren om ervoor te zorgen dat ook deze tocht een dusdanige herinnering oplevert dat hij voor het nageslacht bewaard blijft. |