Korte meerdaagsen
2007: Trainingsarbeid op Lanzarote
De sprint met Michel Laurent
Bij de rondvraag ruik ik mijn kans. Samen met mijn kamergenoten willen we van Henk wel eens weten hoe dat nu zat met Michel Laurent in de eindsprint van de touretappe naar Saint Etienne. Met enig tegenzin begint Henk aan zijn verhaal. Ook al is het nu bijna dertig jaar geleden, je kunt nog duidelijk aan Henk merken dat het hem dwars zit over wat er toen is gebeurt. Het verhaal in een notendop is als volgt: Henk raakt met een kopgroepje weg en samen met Laurent blijft hij over. Hij kende de aankomst nog uit Parijs – Nice en weet daardoor dat de finish niet kaarsrecht is. De laatste lijn ligt als het ware in een heel flauwe bocht. Henk wordt de kop opgedrongen en besluit tot Laurent hem alleen langs de linkerkant mag inhalen, juist ja, vol in de wind. De sprint wordt aangegaan maar Laurent komt er niet over maar probeert zich nog wel in het smalste gedeelte te wringen, raakt daardoor de dranghekken en gaat ongelofelijk hard op zijn muil. Vol dramatiek loopt Laurent de laatste meters over de finish met gescheurde kleren en bloed uit de vele schaafwonden. Henk wordt direct gediskwalificeerd en Peter Post neemt niet eens de moeite om te protesteren want zo zegt hij, ‘dat haalt toch allemaal niets uit’. Lubberding wordt naar plaats vijf verwezen, de laatste plaats van het ondertussen gearriveerde restant van de kopgroep. Een terechte en zekere overwinning wordt hem ontnomen. Deels door Frans chauvinisme en commerciële belangen die door Michel Laurent van de Franse Mercier ploeg beter worden vertegenwoordigd als door een Nederlandse ploeg. Laurent verklaart later nog aan Henk dat dit de periode is geweest dat hij het meeste geld heeft verdiend, want iedereen wou het ‘slachtoffer’ met eigen ogen in de criteriums zien. Een dag later is er een individuele tijdrit. Verzorger Bertus Fok rijdt met zijn volgwagen zo dicht achter Henk aan dat de bumper bijna de banden raakt. Dit is zuiver ter bescherming want de Franse wielersupporters maken Henk uit voor moordenaar. Ademloos hebben we naar dit verhaal geluisterd. De ouderen in het gezelschap kunnen zich dit verhaal nog feilloos voor de geest halen. Voor de jongeren is het een mooi verhaal uit de oude doos. We vertrekken met open kap naar het zuiden en gaan op de boulevard van het stadje Playa Blanca eerst eens lekker koffie drinken. We bewonderen de ferry’s die aankomen van buureiland Fuertaventura dat we in de verte zien liggen. We doen een paar nuttige en onzinnige aankopen en besluiten dwars over het eiland naar het noorden te rijden. Intussen is de zon achter de wolken gekropen. Tegen tienen rijden we terug naar het Hotel en concluderen dat het een, weliswaar minder zonnig maar toch, zeer geslaagde dag is geweest. Nederland, bestaat dat nog? |
De laatste fietsdag breekt aan en morgen zullen we weer op huis gaan. Henk spiegelt ons een rustige tocht voor met voor de liefhebbers een leuke verrassing. We zetten koers naar het zuiden van Lanzarote en toeren door het nationale park naar het plaatsje Fermes. We pakken de lange en slome beklimming en krijgen onderweg te horen dat hij van de andere kant heel erg pittig is. Nu hadden we deze beklimming eerder die week bij onze rondrit met de auto ook gedaan, en ik was er niet echt van onder de indruk. Boven aangekomen besluit ik achter de eersten af te dalen en weer terug omhoog te fietsen. Henk zegt tegen de mindere klimmers dat ze nog beter even boven kunnen blijven. De afdaling is een 1,5 kilometer lang en zo voorbij. Bij de rotonde wordt gekeerd en we gaan terug omhoog. De eerste honderd meter gaan nog wel maar dan wordt het echt stijl zonder dat het zich zo laat aanzien. De beklimming is toch meer dan 15 procent en op sommige stukken tegen de 20. Op een goede tweehonderd meter van de top bega ik een aantal essentiële en vooral beginnersfouten. Tegen een afdalende medefietser roep ik iets, daardoor blaas ik de laatste lucht uit mijn longen en verlies controle over mijn stuur. Binnen een halve meter sta ik stil en met moeite kan ik nog mijn evenwicht bewaren en flikker ik niet om. Goed en stevig sta ik voor lul omdat ik met geen mogelijkheid meer op gang kan komen en daardoor de laatste meters klunend naar boven zal moeten afleggen. Ik overweeg ter plekke om mijn fiets in het ravijn te storten en mijn carrière als fietser te beëindigen. Maar het nog langere eind naar het hotel terug wandelen weerhoudt me hiervan. Hoon en spot is mijn deel van mijn reisgenoten. Een enkele gaat nog voor een tweede keer naar beneden maar ik deel deze behoefte niet. We stappen terug op de fiets en rijden het finale deel van de dag terug naar ons hotel om de trainingsweek te beëindigen. De volgende morgen staan we bijtijds op en worden met een luxe touringcar naar het vliegveld gebracht. Met mijn ervaringen van vorig jaar in mijn hoofd zorg ik dat we bij het inchecken vooraan staan want anders kan het wel eens lang duren. Bij de veiligheids check van de fietskoffer moet ik van de beveiliging mijn koffer openen want er worden ‘patronen’ gesignaleerd. In mijn beste Spaans protesteer ik nog maar hij is onverbiddelijk. Nadat ik met veel moeite mijn koffer heb geopend haalt de man alles overhoop en tot zijn zichtbare spijt kan hij niets vinden. Nu moet ik mijn koffer weer sluiten en dit gaat nu alleen met grof geweld. Ik kan me met moeite nog beheersen tegen zoveel willekeur en onverschilligheid van deze ‘beambte’. Toch hebben we een voorspoedige terugreis en precies op tijd komen we weer in het altijd gezellige Düsseldorf aan. Hier moeten we lang wachten op onze fietsen. Maar als ze er eindelijk zijn sleuren we alle spullen naar onze bus en vertrekken richting ‘heimat’. We komen nog een mooi half uurtje in de file en zijn dan eindelijk tegen zes uur terug in Eindhoven. Hier wordt ik opgehaald door mijn betere helft en dochter die allebei zeer blij zijn dat ik terug ben. Daarna een snelle rit huiswaarts en de fantastische trainingsweek zit erop. Misschien volgend jaar weer? |
|