Korte meerdaagsen
2010: Tweedaagse Goirle-Düsseldorf
Dag 1: Gevecht tegen de hitte
Aan de start van de tweedaagse staat een bont gezelschap fietsers. Overeenkomsten zijn er ook: we houden van fietsen en we houden van een uitdaging. En een uitdaging zou het worden. Meteen bij het vertrek wordt er “lek” geroepen. Er wordt een fietspomp gevonden, een band opgepompt en dan kunnen we toch echt vertrekken. Via Hilvarenbeek rijden we over mooie, maar soms smalle paadjes naar Oirschot. Bij het kanaal schiet een hond het jaagpad over. Hij had niet dichter langs mijn voorwiel kunnen rennen zonder me te raken en ik fiets de volgende 10 kilometer met een lijf vol adrenaline.
We drinken koffie, eten gebak, vullen bidons en smeren zonnebrand. Hendrik probeert bij een fietsenwinkel een reserve-achterwiel te vinden. Weer een lekke band .... Alle drie de lekke banden waren van Bianchi-fietsen ..... Zou het aan de fiets liggen? - (Klikken opent foto groot in een nieuw venster)Na de pauze is het heet. Het gaat ineens langzamer; we rijden lek en vlak daarna is er weer een lek. De zon brandt onbarmhartig. We rijden Venlo binnen en daar hebben we een eerste afvaller; Johan heeft zo veel last van de hitte en zijn longen dat hij in Venlo de trein naar huis neemt.
|
Via een prachtig natuurgebied passeren we de Nederlands- Duitse grens. We rijden door een bos. De bomen geven schaduw en daarmee een klein beetje verkoeling. Na het bos komen de korenvelden. Het is heet, er is geen schaduw en ook de wind brengt geen verkoeling meer. Het landschap glooit. Het peleton zweet, kraakt, puft en steunt: Hellenrijders fietsend in de Hel. Een hel in de gedaante van een prachtig, glooiend landschap met daarboven een zon die geen genade kent. Een dorpje. We vragen water bij een cafe en lassen een extra pauze in. We drinken cola en gaan op de foto (vooral Frans valt in de smaak bij de waardin). Na een paar close-ups van Frans kunnen we verder. Het gaat langzaam maar zeker vooruit. Er gebeurt iets wonderlijks: ook een spaak van Hendriks reservewiel breekt. We komen in de buurt van Düsseldorf. We passeren een Duitser in een oranje shirt. We steken en duim omhoog en juichen: “Morgen worden we wereldkampioen!”
We fietsen langs een kermis in opbouw en plotseling zijn we er. Een prachtige jeugdherberg aan de rivier. Een douche! Een bed! Eten! We douchen en drinken een koud biertje. We hebben het gered. We zijn moe en niet iedereen heeft nog voldoende energie om te eten. Het gezelschap dat onder leiding van de dochter van Wout de stad in trekt is klein. Tussen de Duitsers kijken we naar de strijd om de derde plaats op het WK: Uruguay-Duitsland. Tussen de Duitsers zien we Duitsland winnen. Het is feest in de stad. Morgen is Nederland aan de beurt. Maar eerst: rusten. Voordat we naar de finale kunnen kijken fietsen we eerst nog 180 kilometer. Via Midden- Limburg en België terug naar Goirle. Ik voel me prima en heb er zin in. |
|