Door: Wim Steijaert
Na mijn fietstocht met mijn zoon Hans naar Lourdes in 1988 en mijn fietstocht naar Santiago de Compostela in 2002, is deze fietstocht via Assisi naar Rome de derde fietsvakantie naar een bedevaartplaats.
Er zijn twee auteurs die de route hebben beschreven. Ik besluit de route van Hans Reitsma te fietsen. De route is beschreven in drie boekjes en is zeer duidelijk omschreven in twee richtingen met landkaartjes en veel informatie over verblijfsmogelijkheden en voorzieningen onderweg. Het eerste deel volgt in Duitsland de Rijn om via de Schwäbische Alb bij het Bodenmeer uit te komen. Deel twee gaat via Oostenrijk met de Silvrettapas en de Rechenpas, langs het Gardameer naar Florence. In deel drie is de route beschreven tot in Rome met een alternatief via Assisi.
Dit voorjaar is van mijn fiets alles vernieuwd behalve het frame. Hierdoor heb ik na tien jaar weer een “nieuwe” fiets die technisch honderd procent in orde is. Ik monteer op mijn fiets een achterdrager en een stuurtashouder. Door mijn ervaring bij vorige fietstochten weet ik wat ik wel en zeker ook niet mee moet nemen indachtig het gezegde ‘alles wat je thuis laat is meegenomen’. De bagage bestaat uit een stuurtas en twee achtertassen met daar bovenop het trekkerstentje, het zelfopblaasbaar slaapmatras en de slaapzak. Het totale gewicht is ongeveer achttien kilogram. Voor contact met thuis gebruik ik een mobiele telefoon. Om de drie dagen heb ik telefonisch contact en elke dag ben ik ’s avonds vanaf 19.00 uur gedurende een half uur te bereiken.
Voor de terugkeer vanuit Rome naar Nederland zijn er verschillende mogelijkheden. Men kan terug fietsen, de trein of het vliegtuig nemen. Er is ook een mogelijkheid met de autobus. Ik reserveer deze fietsbus, met aanhanger voor de fietsen, voor zaterdag 8 juli vanuit Florence. Dit betekent een extra afstand van ongeveer 400 kilometer vanuit Rome.
De bedoeling is om ongeveer 100 km per dag af te leggen maar dat is ook afhankelijk van de mogelijkheden voor overnachting. In principe zal ik zoveel mogelijk kamperen. Ik kook niet, dus ik ga elke avond eten in een restaurantje, eventueel op de camping.
De reis
Vrijdag 9 juni 2006 Vanaf Roermond volg ik de in de routeboekjes beschreven route. De route volgt het riviertje de Roer. Het is een lichtglooiend landelijk agrarisch gebied. Ik stop na 163 km op een kleine camping bij een strandbad in Echtz. Mijn tentje staat op de zonneweide van het strandbad.
Zaterdag 10 juni 2006 Na een goede nachtrust sta ik op om 06.00 uur. Ik vertrek elke fietsdag om ongeveer 07.00 uur. Bij Remagen, langs de pijlers van de in de oorlog verwoeste brug, kom ik in het mooie Rijndal. Hierna volgt de route de oever van de Rijn over meestal slechte en hobbelige fietspaden. De wind blaast in het nadeel. Het is een pittige rit, ook door irritatie aan mijn zitvlak. Na 140 km kom ik aan op de camping in Koblenz. Deze camping is gelegen bij de Deutsches Eck, het punt waar de Moezel uitkomt in de Rijn.
Zondag 11 juni 2006 Nu volgt het mooiste deel van het Rijndal langs de bekende Loreley met de vele wijngaarden en kasteelruïnes. Af en toe verlaat ik het fietspad langs de Rijn om de sfeervolle stadjes met de typische vakwerkhuizen te bekijken. Er is nog steeds veel tegenwind maar de temperatuur is prima om te fietsen.Ik stop reeds na 75 km op de camping in Bingen. Aan de overzijde van de Rijn ligt het door veel Nederlanders bezochte wijnstadje Rüdisheim. In het restaurant van de camping kijk ik in de middag naar de eerste wedstrijd van Nederland tegen Bosnië-Herzegovina op het wereldkampioenschap voetbal.
Maandag 12 juni 2006 Het is vochtig, dus mijn tentje is nog nat bij het inpakken. Ik verlaat het Rijndal. De route gaat door het zacht glooiende heuvelland van Rheinhessen met zijn wijngaarden en fleurige bloemenweiden. Bij Nierstein kom ik weer bij de Rijn waar ik met de veerpont de rivier oversteek. Daarna volgt de route rustige en vlakke binnenwegen door natuurgebieden en uitgestrekte bossen. Ik passeer door het drukke centrum van de mooie oude stad Heidelberg. Na een afgelegde afstand van 148 km neem ik de camping in Walldorf. Het voetbalteam van Costa Rica verblijft in een hotel naast de camping.
|
|
Dinsdag 13 juni 2006 De route volgt kleine rivierdalen en gaat door grote, donkere bossen. Het is heuvelachtig met echter niet te zware beklimmingen. De campings liggen niet gunstig op de route dus ik rijd door tot in Tubingen. Onderweg rijd ik verkeerd in een groot bosgebied met alleen maar grindpaden. Na een omweg van 10 km kom ik weer terug op de route. Het blijkt dat ik een fout heb begaan door het verkeerde wildhek te openen. Het blijft opletten want geen enkele routebeschrijving is zonder fouten of onduidelijkheden. Ik kom laat in de middag en na een afgelegde afstand van 154 km aan op de mooie camping. Ik ga, zoals steeds, om ongeveer 21.30 uur slapen. Door een goede verzorging met de meegenomen speciale crème heb ik geen last meer van mijn zitvlak. Na een mooie maar pittige fietsdag val ik als een blok in slaap.
Woensdag 14 juni 2006 Het is al zeer warm als ik vertrek. Vanuit Tubingen volgt de beklimming van de Schwäbische Alb naar een hoogte van 737 meter. Het is een zeer gelijkmatige beklimming met veel vals plat en een maximale stijging van 7%. Het is een hoogvlakte met akkers, bossen, weilanden met alle soorten wilde bloemen en landelijke dorpjes. Bij Sigmaringen steek ik de hier nog smalle Donau over. Ik volg een klein stukje van de bekende fietsroute, de Donauradweg. Na een rit van 150 km neem ik de kleine zeer eenvoudige camping in Obersiggingen.
Donderdag 15 juni 2006 Het eerste deel van de route gaat door een landelijk gebied met veel fruitbomen, afgewisseld met bossen en velden. Daarna kom ik bij het Bodenmeer en volg ik de oever met zijn talrijke toeristenplaatsjes tot in Bregenz. Na het passeren van de Oostenrijkse grens volg ik een vlak fietspad langs de Rijn tot in Feldkirch. Ik ben nu in Vorarlberg. Na 122 km stop ik op de zeer mooie Alpencamping Nenzing. Deze camping is mij zeer bekend omdat wij 25 jaar geleden daar met ons gezin drie jaar opeenvolgend hebben gekampeerd. Wij bewaren zeer goede herinneringen aan deze camping vanwege de gemoedelijke sfeer, de prachtige ligging in de bergen, het comfort en de vele geleide bergwandelingen met Jozef, de zoon van de eigenaar. Nu is hij inmiddels 50 jaar oud en zelf de eigenaar van de camping. Hij vond het leuk dit te horen. Hijzelf, maar ook zijn inmiddels 85 jaar oude vader, begeleiden nog steeds wandelingen in de bergen. Ongelooflijk wat een vitaliteit.
Vrijdag 16 juni 2006 Vandaag staat de koninginnerit door de Alpen over de Silvrettapas op het programma. Bij Bludenz begint de beklimming. De eerste 40 km zijn overwegend vals plat en met lichte stijgingen. Na Partenen begint de echte klim van de Silvrettapas naar de Bielerhöge op een hoogte van 2036 meter. Het eerste deel is een 7 km lange weg met 23 genummerde haarspeldbochten met een stijgingspercentage van 10% met uitschieters tot 12%. Deze tolweg is aangelegd voor het transport van materialen bij de bouw van twee stuwdammen.
Na de passage van het eerste stuwmeer, de Vermuntstausee, volgt nog een beklimming van 3 km met stijgingen tot 12% naar het tweede stuwmeer, de Silvrettastausee, en naar de Bielerhöge. In de beklimming stop ik enkele keren om een foto te maken en om de hartslag even te laten zakken. Ik voel mij sterk en het gaat zeer goed ondanks de bagage op de fiets. Onderweg krijg ik een compliment van een Duitstalige toerfietser. Hij roept mij toe: “Super, und das mit Gepäck!”. Daarna volgt een zeer lange afdaling door het Paznaundal. Na een afstand van 108 km zet ik mijn tentje neer naast een Nederlandse caravan op de kleine stadscamping in Landeck.
Bij terugkeer van het toiletgebouw waar ik wat kleding heb uitgewassen blijken het mijn dorpsgenoten Theo en Jo van Wezel te zijn. Verbazing alom. Zij staan al 30 jaar steeds op deze camping. Er worden enkele foto’s gemaakt van deze bijzondere ontmoeting. Het is gaan regenen en onweren. Na terugkeer van het eten in de stad word ik door hen uitgenodigd voor een wijntje. Het is gezellig. Wat later dan ik gewend ben ga ik slapen, terugkijkend op een prachtige fietsdag.
Zaterdag 17 juni 2006 Het is weer gaan regenen bij het inpakken. Het blijft regenen tot 10.30 uur, maar hoe hoger ik in de bergen kom hoe beter het weer wordt. Ik rijd op souplesse tot aan de voet van de echte klim van 6 km naar de Norbertshöge en verder over de Rechenpas. Het is een gelijkmatige en niet al te zware beklimming met een maximale stijging van 7% naar een hoogte van 1520 meter. Als ik de Italiaanse grens passeer, schijnt weer de zon en is het warm. De weg gaat daarna bijna steeds in dalende lijn over kleine wegen door mooie dorpjes en door de vele boomgaarden. Na een rit van 120 km stop ik op de mooie camping in Latsch. Na het opzetten van mijn tentje neem ik een duik in het zwembad. Heerlijk.
|