Wieler Toer Club De Hellen

Inlogformulier

Zoeken

Wandeling Ulicoten - 10 november 2024
Met 14 leden van onze vereniging hebben we onze bijdrage aan het behoud van het gebied weer geleverd.
WTC De Hellen bedankt haar sponsors
De 2024 sluitingsrit voor de weg was weer een gezellig evenement met een grote opkomst.
Gravelweekend 5/tm 7 mei 2023
Deelnemers openingsrit ATB seizoen oktober 2024

Kalender

januari   2025
M D W D V Z Z
    1 2 3 4 5
6 7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26
27 28 29 30 31    
Door: Gerrit van Heeswijk en Bas van Riel
 
December 2008
 

Uit het zadel met Ton en Ron van Gorp_1Kun jezelf even voorstellen?Uit het zadel met Ton en Ron van Gorp_2
Ton begint: Nou, ... ik ben dus Ton van Gorp. Geboren in Tilburg op 15 juni 1951 als 6e oudste in een gezin van 8 kinderen.
Na de lagere school in ’t Goirke, waar ik een rustig iemand was, ging ik naar de ambachtsschool en vervolgens deed ik de GAWALO opleiding en installatietechnicus.
Als 6e oudste hoefde ik natuurlijk niet in dienst. Mijn vader fietste vroeger nog bij Pijnenburg en heeft zelfs nog op de wielerbaan van de TWEM gefietst in Goirle (waar nu restaurant de Boschkens gevestigd is). Zijn eerste wedstrijd was naar Breda en terug met een fiets waarvan je het achterwiel moest omdraaien om een andere versnelling te krijgen (2-speed).
Hij had dus een voorbeeldfunctie voor mij. Pa reed zijn broers en zoons eraf tot hun 18de. Zo heb ik de sport dus opgepakt met fietsen en later (na het overlijden van mijn pa op mijn 17e) begon ik echt en nam ook badminton erbij, plus hardlopen op z’n tijd. Het badminton ging zo goed dat ik bij de oprichting van de badmintonafdeling van Red Star betrokken was en daar ruim 20 jaar voorzitter van ben geweest en tevens 6 jaar barexploitant.
In Goirle kwam ik Henny tegen en ben na ons trouwen hier gebleven. Wij woonden in een van die wevershuisjes op de plek waar nu het kantoor van Appels makelaardij staat. Ja, en toen kwamen Ivo en Ron.

Ron neemt het stokje over en vertelt:
Ik ben geboren in Goirle op 12 september 1982 op de verjaardag van mijn moeder, ging 2 jaar naar de Hellenschool en daarna naar ’t Schrijverke. Na de basisschool ging ik naar Scholengemeenschap Willem II waar ik de MAVO volgde. Na het examen ging ik naar Boxtel (MAS) voor milieutoezicht en naar de MAS in Breda voor de hoveniersopleiding en werk nu bij de gemeente Tilburg waar ik via een stageplaats binnen gekomen ben.
Ik ben nu toezichthouder openbare ruimte bij het ingenieursbureau van de gemeente (dit betreft het aanleggen van projecten als parken, bermen en sportterreinen.

Wat is er leuk aan je werk?
Ton: Nou, ik ben eerst bij Jorritsma in het hoveniersbedrijf gaan werken maar werk nu dus bij de gemeente Tilburg. Het leuke is het realiseren en tot een goed einde brengen van deze projecten bij de specialisatie groen waar echter ook steeds meer grijs (= bestratingen) bij komt. Enkele voorbeelden van onze projecten zijn de nieuwe velden van Gudok, Ons Vios en ’t Zand. Het sportbedrijf was hier de opdrachtgever en wij werden ingehuurd voor de realisatie het uitbesteden van het werk en bij de uitvoering kom ik dan om de hoek kijken als toezichthouder van het geheel.

Welke ambities heb je nu zoal? Hoe zie je jezelf over bijv. 10 jaar?
Ron: Ik hoop nog in dezelfde functie te kunnen werken maar meer geïntegreerd te zijn in het geheel. Nu doe ik een cursus ‘european treeworker’ (Europees boombewerker). Ik wil eerst meer ervaring opdoen en dan zien we wel weer verder.
Ton: Ik werk nu bij van Erve installatietechniek (ventilatie, sanitair, daken en hemelwaterafvoer, riolering en waterleiding, cv, airco en luchttechniek). Ik heb binnen het bedrijf een bestuursfunctie: in het algemeen de zaken behartigen, veel besprekingen met personeel, contacten met klanten, ontwerpen en berekenen van installaties en dus het werk voorbereiden en begeleiden.

Is het leuk te noemen?
Ton: Het leuke van dit werk is om het bedrijf goed draaiende te houden, zeer diverse zaken aan te pakken, de techniek te volgen in zijn ontwikkeling, storingen te kunnen verhelpen. Mensen aansturen hoort daarbij maar is tegelijk wel eens moeilijk. We volgen cursussen op specifiek technisch terrein bijvoorbeeld voor verwarmingsapparatuur. Verder doe ik de inkoop van alle materialen en het beheer van het wagenpark. Ik doe niet de boekhouding, daar hebben we andere mensen voor.

Wat zijn je hobby’s?
Ton: Ik heb vroeger gebadmintond (recreatief), hard gelopen en was toen al actief op de racefiets en doe momenteel dus aan toerfietsen. Met Henny werk ik in de winkel van Willem II waar ik de veiligheid waarborg. Maar vooral verzamelen we miniatuur fietsjes. Er staat in onze woonkamer een vitrinekast met daarin ca 100 mini fietsjes uit allerlei landen en van allerlei vakanties, dus als iemand nog eens iets leuks tegenkomt of heeft…
Ron: Ik heb 10 jaar gevoetbald bij VOAB tot de B-elftallen (Ton was toen begeleider) dus van mijn 6e tot mijn 16e en ben gestopt door zwakke enkels (ik schoot tegen de cornervlag i.p.v. tegen de bal, paaltje bleef staan en ik lag). In de vakanties werden hier in de straat wielerwedstrijdjes gehouden onder de naam “Toer de Fransje”. In die tijd gingen we ook altijd al naar Joost van Hest (neef van Henny) kijken in de Ronde van Goirle. Dat fietsen is blijven hangen en toen we eens bij Henk Baars gingen kijken voor een fiets voor mij kwamen we met een fiets voor Ton terug. Daarna werd ik lid bij Pijnenburg waar ik in 1999 zelfs de krant haalde (Zie Brabants Dagblad van 26-5-1999 over de zomeravondcompetitie wedstrijden). Na enkele wedstrijden ben ik daar gestopt omdat ik een te grote achterstand had vergeleken met de jongens die al jaren fietsten. Via de familie Schoormans kwam ik bij de Hellen terecht en na 9 jaar heb ik weer een licentie om bij Pijnenburg wedstrijden te rijden in de klasse amateurs-A. De drang voor wedstrijden en het competitiegevoel waren altijd al aanwezig dus vandaar mijn terugkeer bij die club. Mijn ouders vinden het rijden van wedstrijden prima, als ik maar uitkijk.

 

Waar ben je goed in?
Ron
: Eerst vooral in het klimmen, nu ook meer in het temporijden en in het tegen de wind in rijden. Ik word voor mijn gevoel sterker. Klimmen blijft punt 1 en dan het hardrijden. Het laatste is meer gegroeid gedurende de laatste jaren.

Wat vinden jullie van het klassement en van de club?

Ron: Ik heb vorig jaar een beetje meegedaan maar alleen wanneer ik zin had en ik werd nog 5de. Het idee is leuk om wat competitie te krijgen. Bij de club vind ik het goed dat het een sociale club is. We zien ook al meer nieuwe gezichten dan het oude clubje uit de tijd toen ik begon. Ton: Ik heb dezelfde gedachte als Ron met de kanttekening dat je wel verplicht wordt om alles te rijden als je wilt winnen. Wat de club betreft vind ik dat het wel goed draait. De trainingsritten zitten wel erg in het begin van het seizoen. Je zou ze verder in het seizoen moeten zetten zodat je klaar bent als de eerste rit er is, of je moet ze geen trainingsrit noemen.

Als jullie fietsen, let je dan op elkaar?
Ron: Ton let wel op mij want met de tweedaagse, toen we terugkwamen van Namen, kwam hij na Scherpenheuvel opeens naar voren om mij enkele druivensuikersnoepjes aan te bieden. Ik let niet op hem want dan moet ik teveel achterom kijken, haha. Je kijkt misschien wel op een andere manier naar elkaar dan naar andere leden, je familieband is sterker, bijv. bij valpartijen wil je toch wel even weten of de ander niets heeft. Er is echter geen rivaliteit tussen ons.

Hoe kom je de winter door?
Ton: Ik hou een winterslaap. Ik heb dit jaar wel ATB-schoenen gekocht en hoop nog eens in het bos te gaan fietsen maar door privé-zaken is het daar nog nooit van gekomen.
Ron: Ik ga spinnen en fietsen in het bos, doe aan krachttraining met mijn broer Ivo. Zaterdags fietsen we met Henk Baars vanuit Diessen in het bos omdat Guus en Diana van den Hout daar ook al fietsten. Het les krijgen in facetten van die sport vind ik leuk.

Is fietsen te combineren met thuis?

Ron: Erg gemakkelijk omdat ik thuis woon en vrijgezel(lig) ben.
Ton: Ik heb veel geluk gehad met Henny die er bij elke tocht altijd uit gaat om het ontbijt klaar te maken. Ook in de vakanties kan ik gaan fietsen, want dan neemt zij een leuk boek mee. Ron heeft het in het weekend drukker dan door de week dus dat spreekt vanzelf.

Wat zijn je sterke of zwakke kanten?
Ton: Goed afsprinten op de Rielse Dijk of op de Col d’n Biest (het viaduct op de Westerwijksestraat). Verder ben ik gewoon en gemiddelde rijder. Zwakke kanten zeg je niet gemakkelijk van jezelf en je sterke eigenlijk ook niet, dat moeten anderen maar doen of ervaren.
Ron: Mijn gevoel voor humor en mijn trouw (het nakomen van afspraken). Ook zal ik iemand niet gauw belazeren. Vanuit de kamer klinkt dan de stem van Henny: Je zult met die twee niet gauw ruzie krijgen.

Hoe zie je jezelf over 25 jaar?
Ton: Rentenieren in een huisje in Frankrijk, maar ik ben bang dat ik Henny niet wegkrijg uit Goirle. Dus hopen we maar op het gezond blijven en genieten van ’t leven.
Ron: Getrouwd met kinderen op wie Ton en Henny dan kunnen passen. Sportief hoop ik dan nog mee te kunnen met de jongere leden van dat moment. Of ook mijn kinderen gaan fietsen moet ik nog maar zien. (Zijn opa en vader fietsen dus zou dat de vierde fietsgeneratie in de familie worden).

Volg je sport in de media?
Ton: Het fietsen wel, dat vind ik wel leuk om te doen (Ik mocht op uitnodiging mee in een volgwagen van de Rabo-bank tijdens het NK in Limburg en dat was wel heel fijn om mee te maken). Ervoor thuis blijven doe ik echter niet.
Ron: Ik volg het veldrijden in de winter en probeer dat ook wel eens te bezoeken. Met een seizoenkaart volg ik Willem II, maar mijn moeder is daarin het fanatiekst. Op de TV volg ik het voetbal.

Waar kun je je ’s nachts voor wakker maken?
Ton: Nergens voor, je moet me laten slapen.
Ron: Rijst met pilaf, zoals Henny dat klaar maakt op zaterdag.

Wat is jouw heimelijk genoegen?
Ron: Het winnen van de ronde van Goirle. Joost van Hest was mijn grote voorbeeld. Als de amateurs-a meedoen wil ik hem ook rijden.
Ton: Voor we wegfietsen (met z’n drieën) bij mijn zoons de achterband stiekem wat leeg laten lopen zodat ik ze beter bij kan houden, of ze voor kan blijven.

Train je nog ergens voor?
Ron: Voor de piek van het seizoen: Waar die ligt laat ik in het midden.

Bezoek je theaters, bioscopen, lees je veel?
Beiden: We houden allebei van cabaret en ik (Ron) lees de Wielerrevue en de Fiets en ik (Ton) lees graag over fietsers en de wielersport, maar boekenlezers zijn we niet. (Ron laat nog even het standaardwerk zien over Michael Boogerd en Erik Dekker dat hij heeft)

Wat zou je nog willen zeggen?
Ron: Het lijkt me leuk om met de club iets (zoals een tijdrit) op het baantje van Pijnenburg in Tilburg. Verder is alles wel gezegd.

up

Onze sponsoren

Aangesloten bij

NIeuwsberichten