Door: Gerrit van Heeswijk en Bas van Riel
Juli 2009
Op een woensdagavond zitten we met z’n drieën rond de tafel gebogen over een boek met daarin 50 leuke beklimmingen in Nederland, zoekend naar die ene klim in Limburg, nodig voor het uitzetten van een tocht in Limburg. Ook in de kamer te zien is een standaard met daarop het jubileumboek van fotograaf Cor Vos, een grootheid in de wielerfotojournalistiek. Prachtige foto’s die ons al snel in de juiste sfeer brengen om Raymond zich aan het publiek voor te laten stellen:
Ik ben geboren in Ermelo, waar we woonden omdat mijn vader beroepsmilitair was maar door een overplaatsing heb ik daar maar 2 jaar gewoond en ben daarna naar Apeldoorn verhuisd. Hier wonen mijn ouders nog steeds. In het noordelijk deel (wijk Kerschoten) ben ik opgegroeid. Wij woonden daar vlak bij de -sinds 30 april- bekende Naald. Ik ben altijd buiten bezig geweest, op zoek naar avontuur; bij de scouting en fikkie stoken en meer van dat soort dingen. Mijn lagere school was in mijn ogen een strenge school: je mocht niet met sneeuwballen gooien en niet op het gras komen en ik herinner me dat we in rijen naar binnen moesten; ook hadden we ieder een eigen haakje voor de jas. Ik heb daar 2 jaar gezeten tot we naar een andere wijk verhuisden (de Maten in zuidelijk Apeldoorn). Daar kwam ik op een andere lagere school en op deze school was veel meer vrijheid. Hier was het hoofd van de school de vader van Leon van Bon.
Heeft dit iets betekend waardoor je ging fietsen? Omdat pa en zoons van Bon lid waren van de Adelaar (de wielerclub van Apeldoorn) kwam ik daar als eerste in contact met de wielersport. Ik volgde toen al vaak het wielrennen en bewonderde renners als Zoetemelk en Kuiper maar vooral de Portugees Joachim Agostinho. Toen had ik ook mijn eerste racefiets, een Gitane die je nog op het gevoel moest schakelen omdat er nog niets klikte aan het systeem. Ik heb hem met vakantiewerk verdiend. Ik ben ook lid geweest van de Adelaar, waar ook Henk Lubberding lid was. Het was een erg grote vereniging van wel 300 leden. Zij hadden verschillende afdelingen waaronder een race, toer en BMX afdeling.
Terug naar de lagere school; hoe ging het verder? Daarna ben ik naar de havo gegaan. Deze studie duurde 7 jaar omdat ik graag mijn grenzen verkende. Ik wilde daarna naar de luchtmacht, maar dat ging niet door vanwege de minder goede ogen. Nog even aan de politieacademie gedacht maar dat werd ook niets. Ik ben toen naar de Meao gedaan en daarna de Heao. Dit duurde maar 1 jaar want ik moest in dienst, en kreeg geen uitstel. Hoe is je daar vergaan? De dienstplicht beviel goed en zodoende ben ik blijven hangen bij de landmacht. Hier heb ik me goed kunnen oriënteren op wat ik precies wilde. Hier kwam mijn logistieke interesse naar voren. Ik heb dan ook in Breda aan de OCOSD gestudeerd (Opleidings Centrum Officieren Speciale Diensten). Dit zit net onder het KMA-niveau en duurde 2 jaar.
Welke rang heb je? Nu geen meer maar ik was kapitein en werkte in het logistieke gebeuren en heb hierin verschillende functies vervuld. Hier heb ik mij dus bekwaamd in het vakgebied. Na een paar uitzendingen naar o.a. Bosnië heb ik de dienst in 2001 verlaten. Nu werk ik bij FedEx, niet met de pakketten maar in het uitgebreide logistieke gebeuren van grote en middelgrote bedrijven, medische en Hightech klanten. Wij begeleiden de goederenstroom voor onze klanten vooral over de grenzen heen. Wij weten hoe het in West-Europa moet, veel Amerikaanse bedrijven niet en die zorg nemen wij dus over.
Hoe kom je dan bij WTC de Hellen terecht? Meisje! Vanuit de opleiding Breda kwam ik bij de Willem II kazerne terecht. En hier was voor ons geen mogelijkheid om te verblijven en werden wij via een oude wet, op vrijwillige basis uiteraard, ingekwartierd in Tilburg. Ik kwam bij de familie Wessel, in de Oerlesestraat terecht. Hier heb ik Annemarie ontmoet. Zij was de dochter des huizes en van het een kwam het ander en in ‘89 zijn wij gaan samenwonen. Nadat we verhuisd waren naar de A. Drostdreef ben ik lid geworden. Voor mij was het een voortzetting van mijn lidmaatschap van de Adelaar.
Wat vind je nou het leukst op de fiets? Ik vind klimmen het leukst. (Vandaar het boekje uit het begin van dit interview: “Bergop, de 50 leukste beklimmingen in Nederland” door Jos Berkers. ISBN-10 90-811476-1-7).
Welke sporten heb je allemaal gedaan? Heel veel, niet allemaal intensief maar wel dus breed, zoals hardlopen en vanuit dienst parachutespringen, rotsklimmen, duiken en zelfs speleologie. (Raymond vertelt hier tussendoor over een kruiptocht door onderaardse ruimten waar velen van ons de kriebels, de zenuwen en de ribbedebie zouden krijgen). En nu nog skiën, dit omdat wij van thuis uit al langlauften. Mijn kinderen zijn ook erg sportief en altijd bezig.
|
|
Wat heb je zoal voor de club betekend? Ik ben begonnen als secretaris op verzoek van Mart Mommers, en daarna voorzitter. Dit heb ik alles bij elkaar zo’n 10 jaar gedaan. Ook ben ik volop bezig geweest en ben nog steeds bezig met de organisatie van de veldtoertocht. Dit heb ik over genomen van Theo. Met een korte onderbreking van een paar jaar ben ik er nog steeds mee bezig. Het is verantwoordelijk werk maar ik vind het leuk om te doen, ik wil me graag op zo’n manier voor de club inzetten.
Wat vind je goed aan de club en wat slecht? Goed is de sfeer. Deze vind ik gezond sportief bezig zijn en vooral gezelligheid en betrokkenheid van de leden. Vooral het feit dat de ALV zo goed bezocht wordt geeft weer dat we een gezonde club zijn. Vooral het gedrag als zijnde een club vrienden. Slecht vind ik eigenlijk niets maar er valt altijd wel wat te verbeteren.
Kun je dat uitleggen? Een winterprogramma zou best ontwikkeld mogen worden, bijvoorbeeld een kalender voor de mountainbikers. Samen naar diverse tochten i.p.v. het wekelijkse rondje door de Gorpse modder. Elke zaterdag hetzelfde rondje, en altijd met dezelfde mensen (waar overigens niets mis mee is hoor!). Dit kan dus beter denk ik.
Doe je in de winter ook iets aan sport? Ik sport bij Jan de Rooij en daar doe ik in de winter aan spinnen. Ik ben geen schaatser maar zou wel willen proberen om een soort van langlaufen op de weg te doen, je weet wel, van die lange latten met wieltjes aan het begin en het eind.
Wat zijn je sterke en zwakke punten in en buiten sport? Moeilijke vraag! Sterke punt is doordouwen en niet opgeven. Ik hang liever kapot over mijn stuur boven op een helling dan dat ik afstap tijdens de klim. Ik neem geen genoegen met mensen die half werk afleveren, want dat doe ik zelf ook niet. Mensen moeten hun verantwoordelijkheid nemen en dat zie ik steeds minder. Dat komt in de maatschappij steeds vaker voor.
Hoe zie je jezelf over 25 jaar? Dan ben ik ongeveer 70. Ik hoop dan nog steeds bergop te kunnen fietsen. Dat zou mooi zijn. Ik bewonder mensen die op die leeftijd nog met ons peloton meekunnen. Ik hoop dan met Annemarie lekker te kunnen rondreizen. Misschien wel met de fiets een grote reis door Europa maken. Er zijn steeds meer voorbeelden in de club zoals Piet van Tongeren, Hans van der Westen en Gerrit van Heeswijk die met hun vrouw fietstochten maken: dat lijkt me wel wat. We beginnen dit jaar om met het gezin vanuit Apeldoorn in 2 dagen naar huis te fietsen waarbij de beide kinderen ieder hun eigen bagage te vervoeren krijgen.
Volg je sport in de media? Ja min of meer verplicht, ik heb een paar voetballers thuis. Mijn kinderen Manon en Jeroen voetballen bij VOAB. Deze moeten (vooral Manon) alles zien van voetbal, dus dat is nu voor mij ook verplicht. Manon is de ergste en weet het al beter dan de bondscoach. Zelf volg ik tennis graag en natuurlijk wielrennen, maar ik zie liever een samenvatting dan dat ik de hele middag voor de TV zit.
Waar kunnen ze je midden in de nacht voor wakker maken? Voor een ijsco, liefst vers Italiaans ijs. Daarna lekker verder slapen.
Wat is je heimelijk genoegen? Wat zou ik graag stiekum willen doen………………….. (doodse stilte)?
Hoe liggen jouw interesses op het gebied van film, boeken, muziek etc.? Ik ben geïnteresseerd in geschiedenis dus daar lees ik graag over. Hoe zijn dingen ontstaan, hoe zijn namen te verklaren. Zo vond ik het leuk om te lezen in het boekje optafel over de Brakkeberg (is Barakkenberg) bij Geulhem, maar ook de oorsprong van bijv. de Hennie Kuiper allee. Van dit soort dingen. Niet alleen fietsgeschiedenis hoor maar ook echte geschiedenis. Dialect is ook zoiets. (De Tilburgse diksjenèèr komt op tafel om enkele woorden op te zoeken: affeseerplenkske bijvoorbeeld, wat een step blijkt te zijn). Bij de muziek bijna alles: we gaan als het kan 1 keer per jaar naar een operavoorstelling. Maar ook popmuziek. Ik ben laatst nog naar de Eagles geweest in het Gelredome. Zelfs klassieke en jazzmuziek.
Wat wil je nog kwijt? Ik hoop dat de vereniging zich blijft ontwikkelen en blijft vernieuwen.
Oh, ik mis een vraag en wel:
Wat is mijn favoriete beklimming?” Dat is de ………Mont Ventoux.
Hoeveel keer heb je deze omhoog gefietst? 3 keer en wel vanaf iedere kant. Bedoin, Malaucène en Sault. Maar niet op een dag!
|