Kalender
Door: Raymond Jansink
Zaterdag, 5 april 2008
Het is vrijdagavond 4 april 2008; morgen zal de 2e trainingstocht in Limburg worden verreden. In tegenstelling tot de 1e trainingstocht in Berg en Dal, een week eerder, ziet het er niet goed uit: er wordt slecht weer voorspeld met regenbuien, sneeuw en hagel worden zelfs niet uitgesloten. Tijdens de koffie bij de warme haard rijst bij mij de twijfel: wat zal ik doen; zou de rit misschien worden afgelast; ik heb zaterdagmiddag nog een afspraak staan om 17.00 uur, zou ik dat wel halen?. Ik besluit de coördinator, John van Kollenburg, te bellen. Ik - "Hoi John, hoeveel mensen hebben zich al afgemeld voor morgen?" De moed zakt me in de schoenen en ik zie een visioen van een doornatte, verkleumde renner voor me, die al harkend op de flanken van de Keutenberg in een vreselijke sneeuwstorm om zijn moeder roept. Ik – Ik moet eigenlijk uiterlijk om 16.00 uur terug zijn in verband met een afspraak; zou dat wel haalbaar zijn? John - Dat is geen enkel probleem, we zijn om nooit later dan half vier terug. Ik besef dat er geen ontkomen meer aan is en besluit “enthousiast” – Nou tot morgen dan maar... zal dit een heroïsche tocht worden? Het is zaterdagochtend 5 april 2008, 06.00 uur: de wekker maakt een hels kabaal. Ik word ruw uit mijn droom gehaald, welke zich toevalligerwijs af speelt in een warm zonnig oord. Ik besef dat de harde werkelijkheid anders is en verlaat vol weemoed mijn warme bedje: waarom doet een mens dit allemaal? Na de gebruikelijke voorbereidingen begeef ik mij vol goede moed naar de Deel. Het is droog en niet eens zo koud, het zelf vertrouwen neemt toe. Bijna iedereen is aanwezig en ik plaats mijn trouwe maat achter in de bus van John. Na een prettige reis komen we aan in Maastricht, het moment van de waarheid is aangebroken. Nadat iedereen het beslissingsprocess over wat wel of niet aan te trekken, hoeveelheid mee te nemen eten etc. heeft afgesloten (en dat valt bij sommigen niet mee), kunnen we eindelijk vertrekken. Direkt na het vertrek hebben we het eerste hellinkje (vals plat plus) richting Cadier en Keer. Hendrik de Jonckheere heeft er zin in en fietst gemakelijk weg van de groep. Ik kan nog wel wat hulp gebruiken bij het opwarmen en maak graag gebruik van Hendrik’s diensten, door een stukje “mee te liften” aan zijn zadel. De arme Hendrik heeft het niet door en fietst dat het een lieve lust is “Allee wat een steile klim is dit”. “Slepend wiel, Hendrik” antwoord ik vol medelijden. Ontspannen kom ik boven aan in Cadier en Keer, we slaan rechts af de Einderweg in en pikken hier de ANWB “Mergellandroute op”. Een heerlijke route welke uitstekend bewijzerd is met groene bordjes voor de fietsers en op sommige stukken samenkomt met de autoroute, waar we de bruine borden volgen. |
Alles goed en wel, maar onderhand lust ik wel een bakje koffie, wanneer kwam dat ook al weer John? John: ”We gaan in Wittem koffie drinken, maar ik heb geen benul waar dat ligt”. Met deze bruikbare informatie peddelen we maar weer verder, wensend dat na iedere heuvel het bordje “Welkom in Witttem”verschijnt. Via Vijlen, Mechelen en Partij arriveren we op kilometerstand 58 eindelijk in Wittem waar het vertrouwde café “Den Roden Leeuw” al op ons wacht. De uitbaatster staat al met een stapeltje handdoeken gereed. We zien er niet uit en de modder druipt gewillig in de hoogpolige vloerkleden (op de pas geboende antiek eiken parket vloer). De zwaar beklede stoelen worden dankzij de handdoekjes voor de ondergang behoedt. Onder het genot van een geurende kop koffie en heerlijke vlaai passeren de verschillende onderwerpen de revue. We vernemen voor het eerst dat Marius de Vries als Cabaret kenner door het leven gaat en alle verzamelde werken van Toon Hermans tot en met Jochem Mijer uit zijn hoofd kent. In middels is ook de tweede groep gearriveerd en er onstaat een geamuseerde sfeer in het kroegje, waar ook de overige bezoekers, meest wandelaars, het één en ander van meekrijgen. Dan wordt het weer tijd om verder te gaan en nadat er hartelijk afscheid is genomen, verlaat de eerste groep het inmiddels met modder besmeurde café en we begeven ons via de Wittemerweg, een lichte klim met een gemeen stukje op het eind, naar het eerste echte hoogtepunt voor vandaag: de Eyserbosweg. Wat een gemeen ding is dat, een favoriete plek om een splijtende demarrage te plaatsen in menige Amstel Goldrace. Via de Fromberg dan maar snel naar de volgende kanjer: de Keutenberg. Ook deze wordt door iedereen overleefd. De finale begint te naderen, maar niet nadat we via Ijzeren en Sibbe en Valkenburg arriveren. De laatste afdaling naar de auto’s volgt en met 100 km op de teller arriveren we bij de auto’s. We zijn koud terug als ook de tweede groep arriveert met 85 geklokte km. Zij hadden besloten een deel over te slaan, nadat het ter hoogte van de Keutenberg begon te regenen. Al met al kijk ik terug op een geweldige dag, zonder malheur en kon ik na een voorspoedige terugreis om 15.45 uur mijn trouwe maat aan de beugels in de garage hangen. Na een warme douche was ik ruim op tijd voor de vervolg afspraak met dank aan John die mij op kordate wijze over de streep heeft getrokken. Wil je nog wat meer weten over de verschillende hellingen in Limburg, kijk dan eens op www.wielrennenmaastricht.nl (hier staat de hele Mergelland route in Google maps en -earth vermeld). |
|