Wieler Toer Club De Hellen

Inlogformulier

Zoeken

Bevrijdingstocht - 6 mei 2023
BBQ - 25 juni 2023
Gravelweekend 5/tm 7 mei 2023
3-daagse Goirle-Parijs: 18 t/m 20 mei 2023
Markiezaat - 13 mei 2023
Sluitingsrit Gravel 28 oktober 2023
Openingsrit Gravel - 2 maart 2024
Openingsrit ATB 7 oktober 2023

Kalender

maart   2024
M D W D V Z Z
        1 2 3
4 5 6 7 8 9 10
11 12 13 14 15 16 17
18 19 20 21 22 23 24
25 26 27 28 29 30 31

Door: Maarten Scholtze
 
Zaterdag, 30 augustus 2008
 

Eenzaam maar niet alleen!

Diekirch-Valkenswaard_4Wat er volgend jaar ook mag gebeuren, ik slaap voortaan alleen. Voor de zoveelste keer in successie mag ik het meemaken dat ik word ingedeeld bij een snurker. Deze keer was het Hendrik. Normaal zou het Toon Verdaasdonk zijn geweest maar die kreeg niet de kans om in slaap te komen daar Hendrik hem al voor was. Met ze vieren hebben we daarom maar geduldig afgewacht tot het tijd was om op te staan. Na het ontbijt worden de spullen bij elkaar gezocht en daarna is het tijd om naar Diekirch te fietsen. Amper buiten kom ik tot de ontdekking dat mijn drinkbussen nog in de koelkast staan en vlug sprint ik vier trappen op om ze te gaan halen. Boven bij de kamerdeur sta ik een moment uit te hijgen. Hier ben ik verbaasd over. Gezien de vele trainings uren zou dit nu niet mogelijk moeten zijn. Vlug naar beneden en de fiets uit de kelder gehaald. Als laatste stap ik op de fiets en we zijn vertrokken.

Mooi is het om in de schemering te fietsen. Het is nog wat fris maar warm aangekleed geeft dit geen problemen en de benen worden als vanzelf warm. Rond de klok van kwart voor zeven zijn we bij de startplaats. Een Luxemburgse politie agent jaagt me terug omdat ik de rotonde verkeerd om neem. Hij roept me nog wat Luxemburgs dialect na, en heel vreemd, ik versta dit perfect. Blijkbaar is vloeken in het Luxemburgs niet anders als bij ons. Alle deelnemers van de Hellen gaan netjes in de rij staan om te stempelen behalve Ron van Gorp, Jan Wellens, Jos de Volder en ondergetekende. Wij hebben besloten om de medaille te laten voor wat hij is en vertrekken in het startschot. We staan iets verder om de hoek tussen de grote mannen. Hier worden alvast combines gevormd en afspraken gemaakt. Blijkbaar als enige hoor ik om klokke zeven het startschot want alleen ik ga met het been over het zadel en fiets aan. Even later sluit de rest aan en met een stevig tempo zijn we weg. De politie zet voor ons de weg af en gelijk wordt er een lint getrokken. Na een kilometer of tien begint de weg geleidelijk te stijgen en ik merk direct dat dit te snel voor me gaat. Met de ervaringen van vorig jaar nog in het hoofd besluit ik de eerste groep te laten voor wat hij is en mezelf mooi weg te steken in de tweede groep. Maar hier gaat het fout. Er komt geen tweede groep. Af en toe sluiten er wat enkelingen aan. Maar nooit genoeg om er een leuke groep van te maken. Hoewel ik het idee heb dat ik slecht rij en bijna niet vooruit kom krijg ik van mijn kilometerteller andere informatie. Op de vlakke stukken rij ik dik boven de dertig en in de beklimmingen tegen de twintig.

Dan komt de Thommelberg. Net voordat ik eraan wil beginnen voel ik kramp in mijn linkerbovenbeen. Nu ben ik toch al extreem gevoelig hiervoor, maar meestal na 150 kilometer. Veel drinken wordt dan ook altijd geadviseerd, maar hoeveel ik ook drink, toch blijf ik er altijd last van houden. Ik besluit deze eerste signalen te negeren en rij stevig door. Als ik in St Vith arriveer hoor ik van Martin de Beer dat Jan en Jos twee minuten voor mij weer zijn vertrokken. Ik concludeer dat ik goed op schema lig maar ben niet gerust op een goede afloop. Alleen ga ik weer op pad. Het hele tweede stuk rij ik alleen af en toe rij ik met iemand mee maar de afstand tussen mij en de voorganger bedraagt dan steeds enkele meters. In het wiel zitten is er niet bij vandaag. En omdat ik altijd alleen rij kost dit natuurlijk steeds meer kracht en begin ik nog moeilijker te draaien.

Aangekomen bij het rustpunt Gilleppe lig ik half uur achter Ron van Gorp en een tiental minuten op Jos en Jan. Ondertussen heb ik al fietsend een nieuw plan de campagne gemaakt. Ik hou voortaan mijn eigen tempo en probeer gewoon voor vier uur vanmiddag binnen te zijn. Tegen de klok van twaalf moet ik nog ongeveer 100 kilometer. Met een gemiddelde van 25 kilometer moet ik dit mogelijk zijn daar de meeste hellingen achter mij liggen en er alleen nog vals plat komt. Dit komt er nog meer dan genoeg zo zou later blijken.

Inmiddels is ook het rechterbovenbeen bezwaar aan het maken en krijg ik ook daar regelmatig krampscheuten. Verder begint mijn nek zeer te doen, worden mijn armen slap en krijg ik schurende pijn aan mijn zitvlak. Eten en drinken doe ik vooral veel en met regelmaat.

 

Nog steeds alleen fietsend kom ik aan in Riemst. Hellingen die ik normaal op het buitenblad fiets, pak ik nu op het kleinste verzet om te voorkomen dat de beide bovenbenen in een definitieve kramp schieten. Staand fietsend kan ook al niet meer. Na iedere bocht probeer ik voorzichtig mijzelf weer op gang te duwen en dit wordt steeds lastiger. Steun en toeverlaat Martin de Beer verteld dat de eerste al om kwart voor twaalf in Riemst waren. De tijd is nu half twee. Zo vroeg ben ik zelf ook nog nooit daar geweest. Nog iets meer dan tachtig kilometer in 2,5 uur. Dit moet mogelijk zijn als ik maar in een goede groep kom. Vanuit mijn ooghoeken zie ik een tiental renners vertrekken en vlug sluit ik aan. Maar na enkele kilometers besluit ik om ze te laten gaan. Rijden ze te hard? Welnee, maar ik ben helemaal leeg en op. Eerst maar eens even plassen langs de kant en een muziekje opzetten. Het plassen lukt goed maar de headset van de telefoon/mp3 speler wil niet werken. Dit kan er ook nog wel bij.

Overal waar ik passeer kan ik gelijk doorrijden. Geen stoplicht staat op rood. In Bilsen stop ik bij een frietkraam voor een lekker blikje cola. Het smaakt heerlijk en de snelle suikers en coca extracten doen hun tijdelijke werk. Een tiental kilometers kom ik aardig vooruit maar dan slaat de aftakeling definitief toe. De geest is moe, het lijf is moe en op. Steeds krijg ik aandrang om te plassen maar als ik tot drie keer stop, lukt het nog niet. Blijkbaar hebben mijn nieren ook een vrije dag genomen of er is iets serieuzer aan de hand.

Terug gaan mijn gedachten naar Sjef Verhoeven. Het jaar daarvoor had Sjef van zijn schoonmoeder een “inslaapertje” meegenomen, luisterend naar de naam: diazepam. Sjef had ook moeite met het in slaap komen en dit was voor hem een probaat middel gebleken. Sjef verzorgt voor mij ook zo’n tabletje. Het heeft wel iets geholpen maar Hendrik snurkte zo hard dat dit ook maar tijdelijk soelaas bood. Zou dit de oorzaak van dit alles kunnen zijn? Mijn gemiddelde zakt naar 22 tot 24 km. Ik kan met geen mogelijkheid nog harder. Als ik zit, doet mijn kont loeizeer en zodra ik ga staan schiet er kramp in beide bovenbenen. Een aantal groepen passeert mij maar ik heb geen lust om aan te sluiten, ik wil alleen ik stilte verder lijden.

De kilometer teller wordt om de paar honderd meter geïnspecteerd. En steeds die teleurstelling dat het nog zo ver is. Eindelijk komt Bree in zicht. De laatste stop. Ik vraag aan Martin of ik nog leef. Hij beantwoordt dit met ja, wat voor mij een verrassing is want ik voel me morsdood. Martin probeert mij nog moed in te praten en verteld van de pracht prestatie van Ron. Kennelijk zitten Jan en Jos ook scheef op de fiets want ook zij schijnen het zwaar te hebben. Na enkele minuten stap ik weer op zodat Martin met de tassen in de auto naar Valkenswaard kan rijden. Nog 30 kilometer. Kilometer voor kilometer zie ik af en sterf op mijn fiets. Dit is absoluut de slechte dag ooit.

Met nog 13 kilometer voor de boeg kom ik in Soerendonk. Op het dorpsplein staat een frietkraam en ik stop voor nog een blikje cola. Ga even lekker op een stoeltje zitten en bedenk of ik mijn duifje zal bellen dat ze me hier komt ophalen. Blijkbaar keert door de cola het verstand terug of wordt het afdoende verdooft want automatisch pak ik de fiets en trap verder. Juist komt een klein groepje voorbij en hierbij sluit ik aan. Na ruim 220 kilometer alleen te hebben gereden kom ik tot de ontdekking dat het eigenlijke wel een zeer rustige dag is geweest. Tijdens het fietsen heb ik nog geen vijf woorden gewisseld met anderen en ook hoor ik niet het constante zenuwachtige geroep of waarschuwingen. De hele dag ben ik alleen geweest met mijn eigen problemen en gedachten.

Dan zie ik in de verte de toren van Leende. Nu kan het niet meer ver zijn. Een snelle doorkomst in Leende en dan op weg naar de laatste vijf kilometer naar Valkenswaard. Net voor Valkenswaard staat een bord met nog vijf kilometer. Dit kan volgens mij niet kloppen, en even later staat er 1500 meter. Een flauwe grap van de organisatie of een psychologische truc voor diegene die kapot zitten. Bij mij helpt het in ieder geval goed. De laatste meters gaan vlot onder mijn wielen door en rond de klok van kwart voor vijf, kan ook tien voor vijf zijn geweest, bereik ik de Markt van Valkenswaard. Ook dit jaar helaas geen motor escorte van de Politie. Dat was voorheen altijd een mooi moment om naar uit te kijken. Gelukkig geen moeilijke vragen van de omroeper en de ronde missen worden er met jaren wel steeds jonger op maar niet mooier. Zij behoeven mij dus ook niet te kussen. Onderweg heb ik nog wel de tegenwoordigheid van geest gehad om de ontbrekende stempel te regelen zodat ik ook dit jaar een medaille ontvang. Deze kan gelijk bij de rest in de la. Hier heeft hij goed gezelschap van een (zeer) oude rozenkrans en een dagpas van de Tour de France. De overeenkomst tussen deze is: ze kunnen allemaal om de nek en je hebt er niets aan! Dan ga ik met mijn allerliefste Duifje en mijn moeder om het terras zitten. Dit samen met Martin de Beer en Wout van den Broek die samen met zijn vrouw is komen supporteren. Wout geeft nu toe dat hij spijt heeft dat hij niet is gestart en beloofd beterschap voor volgend jaar. Ook Ad Sprengers en Peter Hamilton zijn komen kijken. Ook dit wordt de deelnemers erg gewaardeerd.

Al en met al is de tijd van binnenkomst niet al te slecht, zeker gezien het aantal deelnemers. Maar de manier waarop het gebeurd is geeft zeker stof tot nadenken. Misschien (nog) te weinig getraind, tabletten van Sjef, stress of spanning of gewoon te hard van stapel gelopen. Onderweg besluit ik mijn deelname voor 2009 pas over enige maanden te nemen. Zondags na een onrustige nacht slapen besluit ik dat ik volgend jaar ook weer van de partij ben.

Verder nog een hartelijk dan aan de organisatie en begeleiders, zonder wie dit wielerfeest elk jaar niet kan doorgaan.

up

Onze sponsoren

Aangesloten bij

NIeuwsberichten

maart 15, 2024

Gedragscode WTC De Hellen

in Recent

122 hits

november 16, 2023

Gravelkalender 2024

in Recent

572 hits

september 12, 2023

Rabo ClubSupport 2023

in Recent

410 hits

augustus 24, 2023

Nieuw evenement: Hap & Trap

in Recent

724 hits

juni 06, 2023

BBQ 25 juni 2023

in Recent

777 hits

mei 14, 2023

WTC De Hellen in het nieuws

in Recent

498 hits