Wieler Toer Club De Hellen

Inlogformulier

Eendaagsen

Door: Henk Stijbos
 
Zaterdag, 11 september 2010

Henk Stijbos 1Vroeg in het seizoen had ik me al ingeschreven voor Boogie's Extreme. Maar na de Dolomieten zag ik er weinig heil meer in. Ik had behoorlijk last van mijn knieën en benen. Daarom heb ik mij afgemeld bij Raymond. Wat later bleek dat hij me helemaal niet serieus nam: hij liet me gewoon op de lijst staan.

Toen hij me dat later liet weten dacht ik bij mezelf : dan ga ik toch maar mee. Thuis verklaarden ze me voor gek.

Heel de week werken, 51 jaar oud, heel vroeg vertrekken, heel de dag klimmen, 200 km of meer, ... Dat vonden ze niet verstandig.

Henk Strijbos 2Henk Strijbos 3
Marianne liet hier ook nog de volgende logica op los: "Met hoeveel leden gaan jullie daar naar toe?" "Zes leden", was mijn antwoord. "En hoeveel leden heeft WTC de Hellen?" "Tussen de 170 en 180". Waarna een alleszeggende blik en dito gelaatsuitdrukking volgden.

Maar toch ... ik ging gewoon mee.

‘s Morgens om 4.00 uur eruit, om 4.45 uur bij "de Deel", vertrek om 5.00 uur met de auto naar Valkenburg en om 7.15 uur in Valkenburg aan het fietsen.

Tjongejongejonge ...wat een geklim.

 

 

Marcel van Gorp had beloofd bij me te blijven. Maar iets voorbij de pauze op 107 km voelde ik al dat het erg moeilijk zou worden om de 235 km te volbrengen.

Tegen Marcel zei ik: "Ik pak vanaf nu de 160 km route". Waarna Marcel alleen doorfietste.

Daarna maar weer verder, alleen. Ik had goed gegeten en gedronken, na een tijdje ging het wel weer.

Op een gegeven moment zag ik aan de rechterkant van de weg een heel grote beuk of eik staan en ik dacht bij mezelf: het zal toch niet waar zijn zeker? Maar het was wel waar. Marcel van Gorp had namelijk tegen me gezegd: "Als je die grote boom ziet dan begint de Eyserbosweg". Tjongejongejonge ... wat een vervelende klim. Maar ik ben niet van de fiets af geweest, terwijl er een heleboel deelnemers wel liepen. Een stuk verder had ik bij een boer mijn bidons gevuld. "Het is nog maar een klein stukske", zei hij. "Hoeveel beklimmingen nog?” vroeg ik. "Één", zei de boer.

Ik dacht, dat is alleen nog maar de Cauberg, dat gaat nog wel. Maar nadat ik, linksaf, een straatje in fietste dacht ik, dat zal toch niet waar zijn zeker? Maar het was wel waar. De Keutenberg! Tjongejongejonge... wat is die steil. Maar weer niet van de fiets af geweest terwijl er weer een hele hoop liepen. Ik hoorde daar overigens nog verschillende variaties op ‘Keutenberg.’

Na nog een behoorlijk stukkie fietsen kwam dan eindelijk de Cauberg. Boven aan gekomen, bereikte ik de finish. Ik had 198 km gefietst en was nog blij ook. Het was goed.

Conclusie: Al dat geklim is niks voor mij. Ik hou er in ieder geval mee op. Maar waarschijnlijk gelooft niemand dat. En thuis? Marianne zei dat ze trots op me was. Dat is toch ook mooi, hè?


 

Klik hier om terug te gaan naar andere verslagen.

up