Wieler Toer Club De Hellen

Inlogformulier

Andere activiteiten


 

In IJlst aangekomen worden we opgewacht door onze begeleiding. Zij hebben ons al de gehele dag voorzien van drank en eten en ook de volgende dag zullen zij dit weer doen. Wel lekker voor ons dat we ons hierover tenminste niet druk hoeven te maken. Ook zijn hier Eric en José, welke ons in de nacht zullen begeleiden. Dat ook zij hier waren was een verassing. Erik belde in de week voorafgaand aan de tocht met wat vragen maar dat hij en José ons ook therapeutisch zouden begeleiden daar had hij niets over gezegd. Ze vertellen ons dat ze de catering tijdens de nacht zullen verzorgen en daarnaast zullen ze onze spieren, die we nu toch stil aan beginnen te voelen, lekker los masseren. Wie wist er trouwens dat Erik een goede masseur was? Erik gaat direct aan de slag, rolt zijn matje uit en gaat ons dan een voor een masseren. Na deze massage voelen we ons een stuk fitter en we zoeken onze boten maar weer eens op. Op naar Sloten (± 120 km).

Over het Slotermeer op kompas varen in het donker is een geweldige ervaring. Als we in Sloten aankomen overweegt Wim echt om te stoppen. Maar hij moet nog verder! Het blijkt te moeilijk te zijn om te stoppen en we varen na een korte pauze, waarin we weer lekker worden los gemasseerd, weer verder. Ook nu weer het Slotermeer over op het kompas. Voor we er erg in hebben arriveren we in Balk. Hier varen we door het centrum en worden we door verschillende cafégangers raar aangekeken. Het lijkt het meest op een nachtelijke Amsterdamse grachtentocht, met dit verschil dat de gracht hier maar goed 3,5 meter breed is en de kade ongeveer 2,5 meter boven ons. Als we uitleggen wat we aan het doen zijn worden we vervolgens goed aangemoedigd. De elfstedentocht leeft hier.

Voor de meeste vaarders komt nu toch wel een zeer moeilijk punt. Slaaptekort !! Iedereen is verzonken in eigen gedachte. We gaan na Balk verder over de Luts, de Spookhoekstervaart en de Rijstervaart. Dit gedeelte van het traject is berucht omdat het hier zeer donker is. We varen op een water van zo’n 5 meter breed wat geheel door bomen wordt overspannen. Hierdoor heb je de indruk dat je door een donkere tunnel gaat, het weinige licht van de nacht wordt door de bomen volledig weg genomen. Vooral Wim heeft met deze omgeving geen problemen, zijn gedachten zitten de hele tijd bij zijn arm. Het gaat steeds slechter en slechter.

We gaan verder over enkele stukken groter water, waaronder “De Geeuw”. Is het toeval of heeft de organisatie ons bewust over een “Geeuw”-route gestuurd. Tijdens de nacht is dit al het tweede water met deze naam en het laat ons dan ook niet onberoerd. Het stuk hierna over het Johan Friso kanaal wordt het namelijk wat stiller in ons groepje. Iedereen vecht tegen de opkomende slaap en geeuwt er lustig op los.

Een moeilijke beslissing

11-Steden per kano_4Stavoren is de volgende controleplaats en ligt op ± 140 km. Hier aangekomen maken de meeste vaarders van de gelegenheid gebruik om zich even op te frissen. Even onder de koude kraan om het hoofd weer fris te krijgen. Het is ongeveer 6.00 uur en het begint al weer licht te worden. Na een lange aarzeling besluit Wim toch om op te geven. Dit valt verdorie niet mee. Het is nog maar 70 km! Als zijn medevaarders zonder hem vertrekken krijg hij dan ook een zeer leeg gevoel. Vragen borrelen bij hem op. Kan hij niet toch meevaren? Wat moet hij nu doen? Enz. enz.

Zijn gezonde verstand wint het hier toch, als hij doorvaart pakt het wellicht slecht uit en kan hij misschien wel nooit meer varen. Het is daarom beter om te luisteren naar het lichaam en deze protesteert, verder varen is niet gezond. Nadat Arno is vertrokken stapt hij daarom in de volgauto en trekt zich terug in zijn eigen gedachten.

Met de auto vertrekt Wim vervolgens naar Hindelopen om de rest nog wat ondersteuning te geven vanaf de kant. Dit valt hem niet mee. Wim heeft het gevoel dat hij niet erg sociaal is op dit moment. De rest ervaart het echter niet zo, nadat hij over zijn grote teleurstelling heen is zien ze weer de positieve vent die hij altijd is. De slaap pakt hem wel zo af en toe en op deze momenten ligt hij in de auto of in het gras langs de route rustig te slapen.
Na het vertrek uit Stavoren vaart Arno met de groep die de hele nacht al met hun is meegevaren. Het zijn Henk Machielse en Ton Hulster (ook bekend als de Zuidwesters omdat ze uit Standaardbuiten en Bergen op Zoom komen) en de Fries Wybren Vlaskamp uit Leeuwarden. Na Stavoren, op de Dijkvaart, komt Arno erachter dat deze groep ook de nodige problemen heeft. Zo heeft Ton in Stavoren (op een stil en verborgen plekje) flink moeten kotsen en heeft Wybren grote moeite om de vaart erin te houden en wakker te blijven. Arno en Henk moeten dan ook steeds wachten en hebben het gevoel dat het af en toe helemaal stilvalt achter hun. Dit is dan ook het moment dat er achter hun twee andere vaarders in zicht komen die nog wel een aardig tempo aan kunnen. Het zijn Mathanje en Ronnie de Boer. Arno zegt Henk (hij wil bij zijn maatje Ton blijven) vaarwel en zegt dat hij met de Boertjes verder vaart, een welkome afwisseling.
Op het moment dat je aansluit bij andere vaarders heb je weer wat afwisseling en wat nieuws om over te praten tijdens het varen. Deze afwisseling zorgt er mede voor dat hij snel over zijn slaaptekort heen is en weer een “fris gevoel” krijgt. Onderwerpen als “de eerste vrouw die gaat finishen” en “de monstertocht die Ronnie nog gaat maken” komen aan de orde in de nieuw gevormde groep.

 

Voor Ronnie maakt de elfstedentocht deel uit van een grotere kano-sponsortocht. Omdat hij zelf astma heeft (en hierdoor ook zijn zoontjes allergische reacties vertonen) heeft hij het idee gekregen om een sponsortocht op te zetten en zo geld in te zamelen voor het Astmafonds. Aansluitend aan de tocht vertrekt hij per kano naar Hansweert (ongeveer 350 km) en in totaal zal hij dus ongeveer 550 km afleggen in ongeveer 8 a 9 dagen. Met deze actie probeert hij zo veel mogelijk geld op te halen voor het bekostigen van astmaonderzoek.

Na Hindelopen gaat het over de Oostervaart naar Workum en verder over de Workumertrekvaart naar de negende stad in de route: Bolsward. Bij deze controlepost tijd voor een lunch en nog een laatste massage. Hierna nemen we afscheid van Erik en José, ze gaan nog wat proberen te slapen en Corry en Ans nemen het weer over. Op naar de voorlaatste stad in de route: Harlingen.

De laatste loodjes

Na ons vertrek uit Bolsward bespreken we ons laatste stuk van de tocht. Tijdens onze rust in Bolsward hadden we gehoord dat we niet zo heel ver achter lagen op de eerste groep. Het volgende idee wordt geboren:

  • we willen kijken hoever we de eerste groep kunnen naderen om dan zonodig de pauze in Harlingen over te slaan, zodat we een goede eindtijd kunnen neerzetten. Mathanje zou ook graag de eerste vrouw willen worden die de finish bereikte, maar dan ook binnen de 31 uur. Dertig uur zoveel als eindtijd klinkt tenslotte toch iets beter dan eenendertig zoveel.

11-Steden per kano_5Op zich realistische plannen ware het niet dat het weer ons ging tegenwerken. Net als de eerste dag op het traject Dokkum – Sneek, was de wind nu weer aan het aanwakkeren naar windkracht 4 tot 5. Vandaag blies de wind echter vanuit tegengestelde richting, van het noorden naar het zuiden. Het stuk tot Harlingen dus weer steeds wind in het gezicht. Om zoveel mogelijk uit de wind te blijven proberen we steeds onder de wind te varen of in de beschutting van riet en andere begroeiing. Snel wordt duidelijk dat Mathanje veel last heeft van de wind en we pauzeren daarom even bij de brug van Arum. Een afgelegen idyllisch stukje Friesland, en ook hier worden we aangesproken door passerende wandelaars. Ze hebben gehoord van de tocht en willen weten hoe het gaat. Na een kort gesprek met hen gaan we verder.

Op de Harlingervaart, het stuk tussen Arum en Harlingen, is wat raars aan de hand. Op een stuk van zo’n 2,5 kilometer tellen we wel zo’n 40 dode palingen. Allemaal missen ze of de voor- of de achterzijde. Wat zou hier toch de oorzaak van zijn geweest?

Verder gaat het door het groene Friese land, waarbij we slechts een enkel dorpje of stad­je passeren. Nu begint op te vallen dat we toch veelal door groen gebied varen en dat we de aanmoedigingen die we steeds in de dorpen en steden krijgen te horen op zulke stukken beginnen te missen. Eindelijk bereiken we Harlingen en zitten we weer beschut tegen de wind door de stedelijke bebouwing. Mevrouw De Boer geeft aan dat ze toch even wil pauzeren in Harlingen, dus bij het controlepunt stappen we even uit. Wim ligt in het gras even de slapen en heeft pas even later door dat we er al zijn.

Na een korte pauze het laatste stukje van een klein uurtje: van Harlingen weer terug naar Franeker. Hier worden we verwelkomd door iedereen die zich langzaam daar aan het verzamelen is. Wim voelt zich er wat verloren bijstaan en de vaarders voelen zich opgelucht. Als Arno en De Boertjes de finish zijn gepasseerd staat de teller stil op 31 uur en 10 minuten.

Later zal blijken dat de uitslag 10 minuten later zal vermelden, dit allemaal omdat degene de finishfoto maakt de tijd op zijn fototoestel niet goed blijkt te hebben staan en dit de tijd is die op de uitslag wordt vermeld. Een klein minpuntje op een verder prima geregelde tocht. Iedereen die is gefinisht wordt gevraagd om degenen die na hun komen te verwelkomen. Tot de laatste vaarder de finish passeert zal dan ook een steeds groeiende groep mensen de vaarders verwelkomen in Franeker.

Als de laatste vaarders de streep zijn gepasseerd volgt het officiële einde van de tocht, waarbij bloemen en medailles uitgereikt worden. Uiteindelijk wa­ren er op 38 deelnemers die gestart waren 'slechts' 8 uitvallers, wat aangeeft dat de tocht fysiek prima te volbrengen is. Onder de dertig die de finish bereikte zijn er drie dames. Maar zonder de begeleiding had deze tocht zeker niet plaats kunnen vinden en zouden er meer uitvallers op de lijsten hebben gestaan. Daarom een laatste dankbetuiging aan onze begeleiders gedurende deze twee dagen.

In gedachten denken we vast aan volgend jaar. Dan moet ook Wim de eindstreep kunnen halen! Nu is het zaak dat hij eerst van zijn blessure ziet af te komen en alles even laat bezinken. Maar ook Arno is niet schadevrij uit de tocht gekomen en moet zich nog even beraden of hij een volgende keer zal meevaren. Zo heeft hij toch nog zo’n drie weken wat pijntjes gehad. ’s Ochtends last van wat stijve vingers en af een toe een “dood gevoel” in de benen van het lange zitten. Al met al geen zware blessures en niet iets wat hem echt last heeft gegeven.

Voor hen die in de toekomst deze tocht willen varen de volgende tip van ons: “Bereid je goed voor en zorg goed voor jezelf, niet alleen vóór maar ook tijdens en na de tocht”.

Afsluitend hebben we wel een vraagje: “Wie wil er volgend jaar deze monstertocht varen”?

up
StartVorige12VolgendeEinde