Wieler Toer Club De Hellen

Inlogformulier

Artikelen

Honderd Cols revisited


Juni 2015: Argonay – Saverne

In een tropisch heet Frankrijk reden we de laatste kilometers van de tocht weg. Dennis had inmiddels een nieuwe fiets. Het vertrouwen in de Gazelle was na de pech in week drie en vier weg. Hij reed nu op een fonkelnieuwe, op maat gemaakte Blacksmith.

De route werd vervolgd met een lusje om Annecy heen waarna al snel de Col du Clergeon en direct daarna de Grand Colombier bereikt werden. De Clergeon is lastig en de Grand Colombier is de overtreffende trap daarvan. Het is zonder twijfel een van de lastigste obstakels van de gehele tocht.

Tijdens de klim heb ik iets gedaan wat ik nog nooit gedaan heb - na een stop om een foto te maken zat ik zo lekker dat ik in slaap gevallen ben. Na de Colombier sukkel je vanzelf de Jura in. Een mooi, groen maar ook erg leeg gebied. Op een loeihete dag bereikten we moe en redelijk uitgewoond L’Isle sur le Doubs. De hotels waren gesloten, vol of hadden geen zin in ons zodat we noodgedwongen nog zestig kilometer door moesten fietsen.
  Toen we uiteindelijk in Champagney (aan de rand van de Vogezen) belandden, was de stemming toch wel op een dieptepunt. Vlak voor Champagney is er een klimmetje in de vorm van een drietrapsraket die wat dat betreft de genadeklap gaf.

De volgende dag was het humeur echter weer opperbest en reden we ondanks de hitte vrij vlot de Ballon d’ Alsace en de Grand Ballon over. Die laatste klommen we vanuit Willer sur Thur en dan is het gewoon een zware klim. Na Le Markstein daalden we via de Platzerwassel af naar Munster.

Vanaf Munster volgt een hele rij wat kleinere Vogezenobstakels. De weg naar de Collet du Linge – direct vanuit Munster – is een pareltje dat nog niet in de vorige editie zat. De weg voert steil vanuit de stad en gaat na een tijdje via een privéterrein van een sanatorium. Het moet de uitzetters lol gegeven hebben om dat weggetje te vinden. De avond eindigde in een groot hotel in kuuroord Le Hohwald.

Een beetje vergane glorie maar wel van een grandeur waarbij wij als niet echt fris ruikende fietsers toch schril afstaken. Vanuit Le Hohwald gaat het naar het klooster van Mont Ste Odille. De vorige keer maakte dat veel indruk en leidde het tot een moment van verstilling, maar de paapse commercie heeft ook in Ste Odille haar intrede gedaan met een hotel, winkeltjes, begeleide excursies etc.. In mijn herinnering had ik nog een beeld van prevelende paters maar ook dat zal waarschijnlijk wel gekleurd zijn door het voorbijgaan van de jaren.

Na het klooster werden de slotkilometers bij een temperatuur van bijna 40 graden afgelegd. Zeer voldaan haalden we rond de middag onze laatste stempel.
up