Wieler Toer Club De Hellen

Inlogformulier

Artikelen

Diekirch-Valkenswaard 2005


Door: Arno Brouw
 
Zaterdag, 28 augustus 2005
 

Klassieker “Diekirch-Valkenswaard” gezien vanuit groep C


Diekirch-Valkenswaard 2005_6Pak een willekeurig wielertijdschrift en onderdelen uit het verhaal dat ik nu ga vertellen staan er in, zo klassiek zijn ze. Talloze malen eerder is het al gebeurd, onder andere in de rit Diekirch-Valkenswaard van 27 augustus jongstleden en omdat ik daar zelf meereed is het nu mijn beurt het te vertellen.




De vorm van de dag

Voorafgaand aan de rit had ik diverse trainingsritten meegereden en in de eerste maanden van dit seizoen was ik niet super. Mijn laatste training was “Route des Vergers, en hier had ik mijn vorm gevonden. Bij het diner daags voor de rit werd gevraagd om extra hulp in groep C en als mijn gevonden vorm aanhield zou ik wat kunnen gaan betekenen voor groep C. Mijn besluit was daarom om te starten met deze groep. Verdere teamleden uit de groep waren Toon Verdaasdonk, Hans van Essen, Hans van der Westen, Ad van der Sluys, Hendrik Dejonckheere, Maaike Soenens, Piet van Tongeren, Theo Coehorst, Huub de Bie en John van Kollenburg.

Geluk is een bestanddeel van vorm en in onze groep zat wat dat betreft voldoende geluk. Op een enkeling na die al langer niet in vorm is door lichamelijke klachten heeft iedereen in meerdere of mindere mate bijgedragen aan de vorm van de groep. Waar de een niet verder kwam dan volgen deed de ander extra kopwerk. Een verder bestanddeel om vorm in de groep te laten groeien is edelmoedigheid binnen de groep. Wat dit onderdeel betreft ook niet anders dan lof, degene die in staat waren iets extra’s te geven hebben dit gedaan zodat de minderen konden volgen. Ook al hebben enkele uit de groep in het klimgedeelte van de etappe meer dan eens moeten lossen, uiteindelijk is de groep bij elkaar kunnen blijven en zijn we gezamenlijk de finish gepasseerd. Op onze enige uitvaller Hans van Essen na dan, die vanwege rugpijn de rit heeft moeten staken.

Plezier geldt ook als onderdeel van vorm en dat was er voldoende in onze groep, naast het nog gebruikelijke opnaaien. Toen uiteindelijk iedereen de stevige klim van de Thommerberg achter zich had en boven wat stond uit te blazen had Theo de opmerking: “En nu nog even binnen een kwartiertje naar de eerste controlepost in St. Vith want we moeten om half elf binnen zijn”. Vanaf veelal vermoeide gezichten kwamen rare blikken waarin was af te lezen: “Hoe kan dat, zo slecht rijden we toch niet?” Toen bleek dat sprake was van een grapje. Niet tot half elf maar tot half twaalf hadden we tijd. Ik kan gerust zeggen dat alle aspecten van vorm in onze groep uitstekend waren en dat mijn vorm niet kapot te krijgen was tijdens de rit, het kon me deze dag niet zwaar genoeg zijn.

Gedurende de rit is onze groep wel groter geworden. We hadden namelijk na zo’n 20 kilometer de B-groep gepasseerd die op dat moment lek hadden gereden en een deel van deze groep heeft zich later bij ons aangesloten. Wat ik ervan heb vernomen was het binnen deze groep, voor wat betreft de eerder genoemde bestanddelen van vorm, duidelijk minder gesteld. Het fijne ervan zullen jullie echter via andere bronnen moeten vernemen. Vanuit groep B sloten de volgende renners zich ergens tussen de tweede en de derde controlepost bij ons aan: Peter Jansen, Youri Jansen, Michael Hamilton, Cees Leijten, Dyon Staps en Jamie Verbraak om even later Dyon Staps alleen verder te zien fietsen bij een lekke band van Huub de Bie.
Na onze start om ongeveer 7.30 uur bereikten we samen met de aangesloten renners uit de B-groep om 19.15 uur Valkenswaard, binnen 12 uur dus en een gemiddelde van zo’n 25 in het uur. Al met al in het geheel niet slecht.

Valpartijen en wat historische feitjes hierover

Na het verlaten van de eerste controlepost vervolgden we onze weg via de plaatsjes Nieder Emmels, Born, Montenau, Ondenval, Waimes en Malmedy naar de Baraque Michel. De Belgische Ardennen komen daar volop tot zijn recht. Vervolgens daalden we naar Jalhay. Daar ligt de tweede controlepost onder handbereik: het stuwmeer van La Gileppe.
Voordat we deze tweede controlepost bereikten hadden we, net over de Belgische grens, onze eerste valpartij van de dag.

Het was de renners niet aan  te zien, maar tussen de renners die zo jolig op het startschot om klokslag 7.00 uur stonden te wachten stonden er die bang waren voor een valpartij. De angst voor een valpartij is algemeen in een groot peloton, en reëel. Uit statistieken blijkt dat in Nederland ongeveer eens per jaar een renner in een wedstrijd omkomt. Over valpartijen wordt alleen nagepraat als ze goed zijn afgelopen, over de dodelijke ongelukken hoor je zelden. Renners, die nooit vallen, bestaan niet en voorzichtigheid loont niet.
Zo was bijvoorbeeld Kneteman bij zijn bekende zware valpartij van maart 1983 het slachtoffer van dubbele voorzichtigheid. Op een deel met kasseien liet hij een gaatje vallen om eventuele valpartijen vóór hem bijtijds te kunnen ontwijken.  

 

Toen hij het ontstane gat wilde dichtrijden schakelde hij naar een groter verzet en voordat hij aanzette keek hij naar zijn achterwiel om te zien of de ketting goed spoorde. Een niet goed sporende ketting kan gevaarlijk zijn: hij springt onverwacht van de tanden, je trapt in het niets en valt. Kneteman constateerde dat zijn ketting goed lag, keek weer op, en zag de geparkeerde auto die hij niet meer kon ontwijken.Hoe voorzichtig hij ook is en hoe goed hij ook stuurt, een renner is altijd afhankelijk van anderen. Dit bleek duidelijk in de afdaling net na het passeren van de Belgische grens waar een jonge renner vlak voor ons viel nadat hij een bocht miste. Toen hij naar buiten ging om de bocht aan te snijden kwam een andere renner binnendoor, hij schrok, ging rechtdoor en ging over de kop in de sloot na de berm.

De overige renners uit zijn groepje reden door op dat moment waarop wij stopten voor eerste hulp. Maaike bekommerde zich al snel om deze jonge renner die duidelijk veel pijn had aan zijn rechterbeen. Niet gek als je met zo’n zestig in het uur een salto gaat uitvoeren. Binnen onze groep reed iemand die deze gymnastische oefening op 11 juni al had uitgevoerd maar in een beduidend lagere snelheid. Al snel bleek dat er toch iemand van de groep waarin de jongen reed was teruggekomen en ondertussen hadden we ook al twee volgauto’s langs de kant staan. Toen duidelijk was dat hulp voor hem was geregeld gingen verder naar het stuwmeer van La Gileppe.

Net voor Leende, zo’n 10 kilometer voor de finish, beleefden we onze tweede valpartij. Dat sprake was van een valpartij was ons niet direct duidelijk maar we hadden zo’n vermoeden. Op dat moment was het WTC De Hellen die voorop reed en volgden zo’n 40 tot 50 renners ons tempo.

We passeerden een bruggetje en waarschuwden voor een kleine oneffenheid juist na het bruggetje. Ik reed met Peter Jansen op dat moment voorop en we hoorden een metaalachtige knal, waarbij we dachten aan lek in de groep. We keken om en vroegen of er lek was gereden maar kregen geen reactie uit onze groep, waarop we doorreden. Toen we bij de volgende bocht rechts af gingen bleek wel dat het lint met fel gekleurde wielertricots wat onze groep volgde bijna geheel was opgelost. Na het passeren van de finish hoorden we van Jan van Nunen dat Mark van Riel eerste hulp had verleend aan de renner die wij met een metaalachtige knal hadden horen vallen. Deze had meer pech dan de jonge renner eerder, hij had zijn sleutelbeen gebroken en verging van de pijn. Einde etappe voor hem.”Wim van est”
Op zulke momenten moet je wel denken aan de onvoorspelbaarheid die er voor zorgt dat de valangst bij renners nooit echt wijkt. Zo valt de één zeventig meter diep en blijft bijna ongedeerd (Wim van Est, 1951) en de ander (Emilio Richli, Zwitsers sprinter, 1934) valt bij een sur place om en is dood. We kunnen dus blij zijn dat alle renners van WTC De Hellen weer heelhuids de finish zijn gepasseerd.

Aandacht voor de weg

Op naar de 3e controlepost! Door een prachtige omgeving en de gezellige Ardennenplaatsjes Limbourg, Dolhain, Clermont en Val Dieux gaat de tocht verder België in. Met name in Clermont waant men zich even in een andere wereld. Het Middeleeuws ogende plaatsje is een parel in de Ardennen en vanaf hier begint de route beduidend beter te lopen. 
Het is in dit deel van de rit dat het parkoers alle aandacht begint op te eisen. Het weggetje waarover we rijden is niet al te breed en bochtig met ontzettend veel verkeer. Veel verkeer wordt ook stil gezet en moeten wachten tot zo’n beetje een kwart van alle Belgische families met fietsende kinderen is gepasseerd.
Tussen deze families rijden her en der nog enkele volgauto’s en omdat uit de fietsende meute dan weer eens een linkse en dan weer een rechtse zwieper komt en vervolgens weer fietsers over de gehele breedte van de weg zwalken moeten we met al onze aandacht dit lange lint passeren. De meesterhand van de parkoersenzoeker van onze rit heeft op dit deel schijnbaar hand in hand gelopen met die van de gigantische familierit die we hier passeren. Dit deel van het parkoers kan zo’n massa fietsers en auto’s duidelijk niet aan en filevorming is dan ook het gevolg waardoor ons tempo er (tijdelijk) flink uit gaat en we soms stapvoets de overige weggebruikers voorbij gaan.
Onder Luik snijden we de dorpen Richelle en Oupeye aan waarna de even bekende als beruchte klim "De Hallembaye" voor onze wielen ligt. Na het beklimmen van deze gigant bereiken we zonder verdere files de derde controlepost Herderen-Riemst.

Vlakker en vlakker

Het landschap verandert en wordt steeds vlakker. Op weg naar de laatste tussenstop passeren we Vlijtingen, Mopertingen, Zutendaal, As en Gruitrode. Na het bergachtige deel in Luxemburg en België kunnen we nu genieten van het schitterende bos- en heidegebied nabij de plaats As. In Bree/Kanaalkom stallen we voor het laatst onze fietsen bij onze volgauto voor aanvulling van onze voorraden na ontvangst van de stempels en verfrissingen bij de laatste controlepost. Binnen de groep worden de eersten onrustig en willen snel weer op pad. Ook al hebben we genoeg voorsprong op de tijdslimieten toch beginnen enkelen zich af te vragen of we wel op tijd in Valkenswaard zullen aankomen. Onze wegkapiteins (Piet en Ad) is al wel duidelijk dat we ruim op tijd binnen zullen zijn en ze worden dan ook niet zenuwachtig van deze opkomende stress. We maken ons op om het laatste traject te gaan afleggen. 
Niet alleen de weg werd vlakker ook ons tempo werd steeds vlakker, vanaf de laatste controlepost ging het in een vlakke 30 in het uur naar Valkenswaard. Voor enkelen is de man met de hamer (en soms ook al meer dan eens) langs geweest en deze laten het kopwerk aan hun voorbij gaan. Om ongeveer 19.15 uur rijden we Valkenswaard binnen en de motoragenten begeleiden ons tot aan de laatste stempelpost waar ik kies voor de blonde rondemiss. Hierna gaan we met de fiets in de hand café "Old Dutch" binnen. Daar worden we al snel door de al gearriveerde renners van De Hellen gefeliciteerd en krijgen we van Neel een roos aangereikt en een consumptiebon van Peter. Net voor we weer het café uitlopen krijgen we onze trofee uitgereikt en kunnen we ons wat opknappen en verkleden. Als ook de laatste drie renners van De Hellen op tijd de finish zijn gepasseerd maakt een ieder zich op om weer naar huis te gaan.

Ter afsluiting wil ik alle deelnemers nog feliciteren met hun prestatie en wil ik onze organisatoren, supporters, chauffeurs en verzorgers bedanken voor hun inzet, steun en aanmoedigingen onderweg. Dit was mijn eerste Diekirch-Valkenswaard en ik hoop meer van zulke tochten te rijden met net zo veel plezier.       

up