Wieler Toer Club De Hellen

Inlogformulier

Zoeken

Openingsrit ATB 7 oktober 2023
Bevrijdingstocht - 6 mei 2023
Gravelweekend 5/tm 7 mei 2023
Openingsrit Gravel - 2 maart 2024
Markiezaat - 13 mei 2023
BBQ - 25 juni 2023
Sluitingsrit Gravel 28 oktober 2023
3-daagse Goirle-Parijs: 18 t/m 20 mei 2023

Door: Jan van Nunen
 
Zaterdag, 30 augustus 2008
 

Race tegen de klok deel 1

Diekirch-Valkenswaard_2Mijn verslag had net zo goed een andere titel kunnen krijgen. Bijvoorbeeld “De wielerrevue”, “Het lange wachten”, “De twee deurdouwers”, “De lijdensweg” of “Oneindig onbekend vals plat”. Om er maar enkele te noemen. Ik heb gekozen voor “race tegen de klok” omdat dat het beste weergeeft hoe ik zelf de rit heb ervaren.

Ontspanning voor de inspanning
Op vrijdag was nog geen sprake van enige haast. De heenreis en de day before in Vianden verliepen juist zeer relaxed. De een ging wandelen. De ander een pilsje pakken. De weersvoorspelling was uitstekend. Kortom geen vuiltje aan de lucht. Iedereen had er veel zin in. Zeker Lisette. Op een vraag van Koos hoe ze tegen DV (Diekirch – Valkenswaard) aankijkt, antwoordt ze dat ze morgen, samen met mij in de volgauto, de dag van haar leven zal hebben. Dat leidde tot gefronste wenkbrauwen bij Koos en Frank, de twee zwagers van Toon, en de aan mij gerichte vraag of mijn vrouw dat wel wist. Het diner was uitstekend. Zo goed dat Jan Wellens dacht dat het buffet met de voorgerechten het gehele buffet was. Voordat de warme gerechten kwamen had hij al drie keer opgeschept. De sfeer was goed. Ron deed de goocheltruc met het zwevende servet. Maarten vertrouwde ons zijn twee grootste geheimen toe: hoe hij aan zijn vrouw kwam en hoe de wielercarrière van zijn dochter in de knop eindigde.

Op naar de strijd
De volgende dag ’s morgens een totaal andere sfeer. Gemopper over een snurkende Hendrik de Os. Verder de gebruikelijke stress: bidonnetjes vullen, hopen dat je nog wat kan achter laten op de wc, niks vergeten, tas in de volgwagen en fietsje pakken. De rit van Vianden naar Diekirch levert mooie plaatjes op. Een groepje renners in een omgeving die snel overgaat van donker naar licht. Achtergronden van mooie groene heuvels en dalen gehuld in mist. Een soort levende kalender van Martin Kers. Onderweg zie je bij elk hotel of pension renners druk in de weer om te gaan afreizen naar Diekirch. Iedereen maakt zich op voor de strijd.

De Hellen in de kopgroep!
Na de start in Diekirch gingen we snel naar Dasburg. Ik wist dat daar een lange klim begint en dat het mogelijk is om daar een tussenstop te maken. We stonden nog maar enkele minuten te kijken of de kopgroep kwam er al aan. We waren blij Ron te ontwaren. Wat vlogen die als een stel beroepsrenners op het grote blad omhoog! Petje af! De andere doorkomsttijden van de Hellenrijders leverden geen echte verrassingen op. Ook Marc en Toon, die aan Lisette en mij waren toevertrouwd, hadden goede benen. In de plaatselijke supermarkt kocht ik een six-pack Diekirch bier. Voor Marc voor bij de aankomst. Want als zijn knie het zou houden, zou hij het zeker gaan halen. Daar was ik van overtuigd.

Onbalans en twee pijnscheuten
In St. Vith weinig nieuws. Behalve dan dat het er een behoorlijke mierennest was toen we aankwamen. Marc vertelde dat hij 75 % van zijn kracht uit één been moest halen. Bijzonder knap dat je dan nog vooruitkomt in de Ardennen. Op naar post nummer twee: Barrage de la Gileppe. De eerste Hellenrijders die we daar zagen waren Diana en Guus. Daarna arriveerde Hendrik solo. “Ze rijden zo onregelmatig dat ik er helemaal van ga verzuren” klaagde hij. Ik dacht het even niet goed te horen en vroeg wie er nu eigenlijk zo onregelmatig reden. Veel toelichting was niet nodig, het was me duidelijk: Hendrik was ontketend en had vandaag superbenen. Heel even genieten van het mooie uitzicht op het stuwmeer en daarna weer snel op de uitkijk. John van Kollenburg nog even technische bijstand verleend. Zijn voorwiel rammelde wat en dat heb ik verholpen. Dat wil zeggen ik heb het losgeschoten ringetje om het ventiel weer vastgedraaid. Marc had twee pijnscheuten gekregen tijdens de tweede etappe. Ach zolang je de pijnscheuten nog kan tellen is er weinig aan de hand.

 

De tol van de Maesvallei
Vanaf Gileppe mag je als volgwagen het traject van de fietsers volgen. In Limbourg stond, zoals altijd, het enige verkeerslicht in de wijde omgeving langdurig op rood. Daardoor zagen we Toon en Marc niet de mooie klim van Bilstain opgaan. In het Middeleeuwse dorpje Clermont, op het terras bij de oude poort, zouden we onszelf trakteren op koffie en gebak. De tent was op deze mooie zaterdagmiddag gesloten. Jammer en vreemd. Alsof ze ons wilden laten doorrijden. Een teken aan de wand? In Bassenge passeer je mini Lourdes. Een grote parkachtige tuin, iets kleiner dan die van Peter Zoontjes, waar de Lourdes grot is nagebouwd.Ik denk dat dat een keer uit dank is opgericht door een DV-coureur die daar herwonnen levenskracht heeft gekregen. De sporthal van Herderen, de volgende post, sloot officieel om 16.00 uur en dat zouden ze net wel, net niet gaan halen. Het ging er om spannen. Lisette stuurde me snel vooruit naar de stempelaars om te regelen dat ze de stempeldoos nog even zouden open houden. Daar was weinig overredingskracht voor nodig. Het was nog behoorlijk druk op de controlepost en alle vrijwilligers voelden heel goed de omstandigheden aan. We nestelden ons aan een tafeltje op het terras. Gelukkig hadden we wat afleiding van de plaatselijke voetbalclub. Met ons op het terras, dat tevens dienst deed als tribune, nam het aantal toeschouwers meteen met 50 % toe. Daarna begon het lange wachten. Ze tapten er Maes pils. Maes is toepasselijker dan Maas. Maas komt scherp en recht, zeg maar kanaalachtig over. Maes komt veel zachter, voller en natuurlijker over. Renners die de Maas bij Visé oversteken en uit de maasvallei richting Nederland fietsen weten wat ik bedoel. Na de Maas komen licht glooiende landschappen met grote korenvelden. Mooie vergezichten die alleen worden onderbroken door kleine dorpjes en kronkelende weggetjes met houtwallen, hier en daar een boom en wat struikgewas. Voor de renners martelwegen, oneindig onbekend vals plat met een brandende zon die vrij spel heeft. Mooi tafereel voor een schilderij besef ik nu. Vals plat is trouwens het meest kenmerkende van het parcours. Zoals elke oorlog zijn onbekende soldaat kent, kent DV het onbekende vals plat. Tientallen dorpstraten en landweggetjes kun je geen helling noemen maar wel vals plat. En naarmate de tocht vordert wordt het plat steeds valser. Daar kwamen ze aan. Vooral de kop van Toon sprak boekdelen. Vaste rijders onder jullie weten wel wat ik bedoel: rode kop, van die zoutvlakten onder de ogen en links en rechts van die snelstromende zweetriviertjes die lopen van de slapen naar de kaken en dat alles met een bril die, a la Balkenende, schuin en naar voren op zijn neus staat. Nou schrok ik daar niet zo van want ik heb Toon zo wel vaker gezien maar toen hij begon te praten had ik wel door dat hij er behoorlijk doorheen zat. De maesvallei had zijn tol geëist. Allebei gaven ze aan niks meer te kunnen eten. Ik heb ze toen maar snel uit een droom geholpen: nog dik 80 kilometer rijden zonder iets te eten kan gewoon niet. Dan kun je net zo goed meteen in de auto stappen. Snel ging ik naar de sportkantine om twee tosti’s te bestellen. Die wilden ze wel proberen. Tosti’s maken duurt even dus maar gelijk ook twee zakjes chips besteld. Welke smaak? “De zoutste” zei ik droog en kortaf. Samen verorberden ze een half zakje chips. De tosti’s gingen er beter in. Op naar Bocholt. Hopelijk niet het begin van een lijdensweg.

Hongerklop
We waren weer, zoals Lisette zei, gekomen in het gebied waar we de mensen kunnen verstaan. In Zutendaal hebben we even een terrasje gepikt. Een gezellig cafeetje. Zeg maar het Mieke Pap van Zutendaal. Het was er volle bak. Mijn wielershirt verbroederde snel. In dat soort café’s zijn wielrenners nog echte volkshelden. Daartegenover een volledig leeg café. Opgetrokken in van die gladde donkerrode, door het autoverkeer bijna zwart geworden, bakstenen. Café Ambiance stond op de gevel. Tussen die twee werelden in stond ik aan de weg op ze te wachten. Toen ze passeerden heb ik het bierglas geheven en ze aangemoedigd. Er verschenen twee lachen. Het ging weer voorspoedig. Snel terug naar de auto en weer achter de renners aan. Want om misverstanden te voorkomen en voor diegenen die het nog niet doorhebben: een dagje volgwagen zijn is echt werkendag. In Gruitrode, twee dorpen voor Bocholt, de laatste controleplaats, bleven we wachten op het dorpsplein. Een strategische plek met zicht op een lang stuk recht parcours. Wij maar turen. Was dat nou een auto of een fiets? Nee het is toch meer wit dan geel. Je staat er trouwens versteld van hoeveel clubs een tenue in geel en blauw hebben! Tegen het einde zie je ook steeds dezelfde mensen. We gaven ze bijnamen: de twee rooien, de blauwe. Daar kwamen ze dan toch echt aan. Ze zaten er nu flink doorheen. Dat hadden ze zelf niet hoeven te zeggen. Toon vroeg om Red Bull, Marc om een cola. Dan weet je wel hoe laat het is. Tot nu toe hadden we ze gezien als de geel-blauwen maar nu was het even de rooie en de witte. Toon knapte aardig op van de cola maar Marc bleef erg witjes zien, werd een beetje dizzy en ging languit op het gras liggen. Suikertekort was mijn diagnose.

up

Onze sponsoren

Aangesloten bij

NIeuwsberichten

maart 15, 2024

Gedragscode WTC De Hellen

in Recent

272 hits

november 16, 2023

Gravelkalender 2024

in Recent

689 hits

september 12, 2023

Rabo ClubSupport 2023

in Recent

616 hits

augustus 24, 2023

Nieuw evenement: Hap & Trap

in Recent

1058 hits

juni 06, 2023

BBQ 25 juni 2023

in Recent

878 hits

mei 14, 2023

WTC De Hellen in het nieuws

in Recent

603 hits